Gebruikshandleiding R-Pompen
1.
Omschrijving
1.1.
R-Pompen zijn pompen met inwendige vertanding geschikt om vloeistoffen te
verpompen van elke viscositeit. Speciale uitvoeringen kunnen eveneens vloeistoffen
verpompen welke abrasive deeltjes bevatten.
1.2.
R-Pompen zijn zelf aanzuigend en kunnen een zuighoogte bereiken van maximum 8m
meter water kolom. De zuighoogte is beperkt door de dampspanning of door de lage
viscositeit.
1.3.
De werking van inwendige vertanding zorgt voor een egale pulsatie vrije flow.
1.4.
R-Pompen hebben maar één as-afdichting.
1.5.
De axiale positie van de rotor kan bijgeregeld worden en de tandwielen kunnen
nagekeken worden zonder dat de pomp dient verwijderd te worden van het leidingwerk.
1.6.
R-Pompen kunnen in 2 richtingen draaien. De volle capaciteit wordt bereikt in beide
draairichtingen.
1.7.
R-Pompen zijn voorzien van een lagerbehuizing die geschikt is voor koppelingen met V-
snaar of flexibele koppelingen.
1.8.
De pompen zijn gekenmerkt door het type en het serienummer. Het pomptype bevindt
zich op een naamplaatje van de lagerbehuizing. Het serienummer staat gedrukt op de
pompbehuizing, dicht tegen het typeplaatje.
2.
Installatie
2.1.
R-Pompen zijn voorzien van een inwendige vloeistof beveiliging. Deze vloeistof kan het
product dat verpompt wordt, vervuilen. Spoel de pomp alvorens deze vloeistof aan te
brengen. Test de pomp nooit met water.
2.2.
Installeer de pomp op een oppervlakte niveau en zo dicht mogelijk tot het vloeistof
niveau dat verpompt wordt, en in een toegankelijke positie om onderhoud te doen en om
de pomp te laten werken.
2.3.
Tenzij anders vermeld, moet de zuigleiding dezelfde diameter hebben als de aansluiting
van de zuigaansluiting van de pomp. De lengte van de zuigleiding moet zo kort mogelijk
zijn. Vermijd bochten, vernauwingen en kleppen zo veel mogelijk. Vloeibare gassen
kunnen alleen verpompt worden bij een positieve voordruk.
www.bedu.eu