1. Houd de [DISP] toets tenminste 1 seconde
ingedrukt om het schermformaat van de mo-
nitor te veranderen. Elke keer dat u de
[DISP] toets ingedrukt houdt, zal de instelling
voor het schermformaat als volgt verande-
ren:
"F.WIDE"
"CINEMA"
"WIDE"
"F.WIDE"
"NORMAL": (normale weergave)
Aan de linker- en rechterkant van het display
zullen verticale zwarte balken verschijnen bij uit-
zendingen in het normale TV beeldformaat
(4:3), het beeld zal verder zonder verlies of ver-
vorming weergegeven worden.
"WIDE": (breedbeeldweergave)
De linker- en de rechterkant van het conventio-
nele TV beeld worden in horizontale richting op-
gerekt tot het hele scherm gevuld is.
"F.WIDE": (volledige breedbeeldweergave)
Het hele conventionele TV beeld wordt horizon-
taal opgerekt tot het scherm gevuld is.
"CINEMA": (bioscoopweergave)
Het conventionele TV beeld wordt in de breedte
schermvullend weergegeven, hetgeen betekent
dat de boven- en onderranden van het beeld
buiten het scherm vallen.
Opmerkingen:
• Wanneer een conventioneel TV beeld met een
beeldverhouding van 4:3 (breedte:hoogte) over
de hele breedte van een breedbeeldscherm
(16:9) moet worden weergegeven, moet er of aan
de boven- en/of onderkant een stuk van het beeld
af, of moet het beeld horizontaal opgerekt, en dus
vervormd, worden. Als u dit niet wilt, en ook om
recht te doen aan de intenties van de makers van
het programma, kunt u kiezen voor de "NORMAL"
stand, waarin het hele beeld onvervormd wordt
weergegeven, zij het niet schermvullend.
• Over het beeld geprojecteerde informatie wordt in
de "F.WIDE" stand weergegeven.
• Bij het veranderen van het schermformaat van de
monitor zal eerst alleen de op het scherm gepro-
jecteerde aanduiding ("NORMAL", "WIDE",
"F.WIDE" of "CINEMA") veranderen en daarna
pas de corresponderende beeldweergave.
Volgen van het beeld van een CCD
camera
U kunt een CCD camera aansluiten op dit toe-
stel. Voor de stroomvoorziening van de camera
heeft u de los verkrijgbare stroombron (CAA-
188) nodig.
"NORMAL"
Bediening visuele apparatuur
Opmerking:
• Deze functie werkt niet wanneer het display is op-
geborgen.
Schakelen tussen 2-ZONE/3-ZONE
De 2-ZONE en 3-ZONE functies stellen u in-
staat de signalen voor de voor-monitor of de
achter-monitor vast te zetten.
2-ZONE:
Gebruik de vergrendeling voor de voor-monitor
(of die voor een eventuele achter-monitor) om
de signaalbron voor het beeld op het scherm te
vergrendelen, maar de geluidsweergave via de
luidsprekers over te schakelen naar een andere
signaalbron, die dus niet bij het beeld hoort.
3-ZONE
Wanneer er een los verkrijgbare achter-monitor
is aangesloten, kunt u de signaalbron voor het
beeld op deze schermen vergrendelen, maar
kunt u de geluidsweergave via de luidsprekers
overschakelen naar een andere signaalbron, die
dus niet bij de beelden hoort.
Opmerkingen:
• De vergrendeling van de signaalbron voor het
beeld op de voor-monitor is van toepassing op de
signalen van externe apparatuur (videospeler,
spelcomputer enz.) die is aangesloten op de
Visual 2 of NAVI aansluiting.
• De vergrendeling van de signaalbron voor het
beeld op de achter-monitor is van toepassing op
de signalen van externe apparatuur (videospeler,
spelcomputer enz.) die is aangesloten op de
Visual 1 aansluiting.
• Bij gebruik van de 2-ZONE of 3-ZONE functie kan
het geluid van de externe apparatuur (video-
speler, spelcomputer enz.) alleen worden beluis-
terd via een op die apparatuur aangesloten
hoofdtelefoon.
• Een achter-monitor is los verkrijgbaar.
375
VRX928RVD