Probleemoplossing
Symptoom, oorzaak/oplossing
Bovendraad is niet juist ingeregen.
Spoel is niet juist geplaatst.
De borduurvoet is onjuist bevestigd.
U hebt geen steunstof bevestigd aan de stof
waarop u borduurt.
Onderdraad onjuist opgewonden.
Bovendraad breekt.
De machine is niet juist ingeregen (verkeerde
kloshouder, kloshouder zit los, draad heeft
draadgeleiders op de naaldstang niet gepakt enz.).
U gebruikt draad die in de knoop zit.
Spanning bovendraad is te hoog.
Draad zit verstrikt.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 24
Naald is niet juist geplaatst.
Er zitten krassen rondom het gat in de steekplaat. *
Er zitten krassen rond het gat in de borduurvoet.
Er zitten krassen op het spoelhuis.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
De draad zit verstrikt aan de achterkant van de stof.
Bovendraad is niet juist ingeregen.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
De bovendraad is te strak.
De onderdraad is onjuist geplaatst.
Onderdraad breekt.
Spoel is niet juist geplaatst.
Onderdraad onjuist opgewonden.
Er is een bekraste spoel gebruikt.
Draad zit verstrikt.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
Stof rimpelt.
De boven- of onderdraad is verkeerd ingeregen.
Klos garen is niet juist aangebracht.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 24
Overgeslagen steken
De machine is onjuist ingeregen.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 24
Naald is niet juist geplaatst.
Stof of pluisjes onder de steekplaat.
50
Referentie
Symptoom, oorzaak/oplossing
21
Borduurt niet
19
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 24
47
Spoel is niet juist geplaatst.
27
Bovendraad is niet juist ingeregen.
Hoog piepgeluid tijdens het borduren
17
Er zitten stukjes draad in de grijper vast.
Bovendraad is niet juist ingeregen.
21
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
–
Er zitten naaldgaten of krassen in het spoelhuis.
35
De naald raakt de steekplaat.
45
De naaldklemschroef is los.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 24
24
Het handwiel draait niet soepel.
Er zit draad verstrikt in het spoelhuis.
*
■ Na het borduren
*
23
Symptoom, oorzaak/oplossing
17
Draadspanning is onjuist.
Bovendraad is niet juist ingeregen.
Spoel is niet juist geplaatst.
21
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
23
Draadspanning is niet juist ingesteld.
Onderdraad onjuist opgewonden.
19
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 24
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
19
voor deze machine is ontworpen.
17
Borduurpatroon wordt niet goed geborduurd.
19
Draad is verdraaid.
45
Draadspanning is niet juist ingesteld.
17
Stof is niet juist gespannen in het borduurraam
(stof te los enz.).
Geen steunstof of versteviging gebruikt.
• Gebruik altijd steunstof, vooral bij stretchstoffen,
17, 21
lichte stoffen, grof geweven stoffen of stoffen
17
waarbij het patroon kan vervormen. Neem
contact op met uw erkende Brother-dealer voor
23
de juiste steunstof.
Er was een voorwerp bij de machine geplaatst en
de borduurarm van het borduurraam heeft het
voorwerp tijdens het borduren geraakt.
17, 21
Overtollige stof/materiaal dat langs het
borduurraam uitsteekt veroorzaakt problemen.
• Span het borduurraam opnieuw in, zodat het
geen problemen kan veroorzaken.
24
Er wordt een zware stof geborduurd en de stof
45
hangt omlaag vanaf de tafel.
• Als er wordt geborduurd terwijl de stof vanaf de
tafel omlaag hangt, werkt de borduureenheid
niet goed. Ondersteun de stof tijdens het
borduren.
Referentie
19
21
45
21
17
*
24
45
Referentie
21
19
23
35
19
17
–
35
27
27
25
27
33