2.4.4 Laspistool
Sluit de laspistoolkabel aan op de Euro-koppeling op het frontpaneel en draai deze slechts
met de hand vast. Draai deze niet te vast.
Het laspistool stuurt lasdraad, beschermgas en elektrische stroom naar het werkstuk. Als u
de laspistoolknop indrukt, begint het beschermgas te stromen en begint de toevoegdraad te
lopen.
De boog ontsteekt wanneer de lasdraad het werkstuk aanraakt. Als er geen ontsteking
plaatsvindt, moet u controleren of de klem van de werkstukkabel goed contact maakt met het
werkstuk.
2.5
Lasdraad installeren
Met de FitWeld Evo 300 kunt u draadhaspels met een diameter tot 200 mm en de volgende
typen lasdraad gebruiken:
• massieve draden
• gevulde draden
• gasloze, gevulde draden
• rvs-draden
• aluminium draden.
Bij de keuze van de lasdraad moet u bedenken dat de lasdraad ongeveer hetzelfde smeltpunt
als het basismateriaal van het werkstuk moet hebben.
OPMERKING!
aandrijfrollen en de liner geschikt zijn voor de gebruikte lasdraad. U moet ook controleren dat u de
juiste polariteit voor de lasdraad toepast.
2.5.1 Bevestiging van de draadhaspel
OPMERKING!
gebruikt die dezelfde kleur hebben als die van de liner in de laspistoolkabel. Zie de tabel
aandrijfrollen en liners verderop in dit hoofdstuk.
Met de FitWeld Evo 300 kunt u draadhaspels tot een maximale diameter van 200 mm
gebruiken.
NL
1.
Bevestiging van de draadhaspel:
1.
Draai de sluitknop van de haspelhouder om de sluitklemmen te openen (1).
2.
Controleer de draairichting van de draadhaspel en duw de haspel op zijn plaats zodat
deze in de juiste richting draait.
3.
Draai de sluitknop van de haspelhouder om de sluitklemmen te sluiten (2).
6
FitWeld Evo 300
Bij vervanging van de lasdraad moet u controleren of de vorm en afmetingen van de
De liner en de draadaanvoerrollen zijn kleurgecodeerd. Zorg dat u aanvoerrollen
2.