2.6
Instellen van de lasfuncties
Met de FitWeld Evo 300 kunt u eenvoudig de lasparameters instellen en de laspolariteit en de
pistoolfunctie wijzigen.
Het functiepaneel heeft twee instelknoppen. U kunt het gewenste lasvoltage en de
draadaanvoersnelheid in stellen voor of gedurende het lassen. U kunt eenvoudig de gewenste
boogprestatie aanpassen op de las.
2.6.1 Functies functiepaneel
10
9
8
7
4
6 5
W003793
Stel met de linker regelknop de waarde in voor de lasdraadsnelheid. De maximumwaarde
bedraagt 18 meter per minuut.
Stel met de rechter regelknop het voltage in. Het instelbereik loopt van 11 V tot 32 V.
De leds op het frontpaneel melden het volgende (van boven naar beneden):
• Apparaat is ingeschakeld
• Apparaat is oververhit
• Fout in beschermgasstroom
I
U
De leds aan de rechterkant van het bovenste meterdisplay geven de weergegeven
variabele aan, ofwel A ofwel m/min. Wanneer niet wordt gelast, geven de meterdisplays
de geselecteerde draadaanvoersnelheid en spanning aan. Tijdens het lassen geven de
meterdisplays de gemeten stroom en spanning weer. De parameters kunnen tijdens het
lassen worden gewijzigd, waarna de meterdisplays de nieuwe waarde weergeven. Na het
lassen geven de meterdisplays kort een gemiddelde waarde van de gemeten stroom en
spanning weer.
© Kemppi Oy / 1736
FitWeld
1
10
1
2
9
2
3
8
3
7
4
U
6 5
A
m
min
V
ON
NL
11