6.2 HET VASTHOUDEN VAN DE EENHEID
•
Ga in de werkpositie staan (fig. 8). Sta rechtop. Niet bukken.
•
Houd je voeten uit elkaar en sta stevig op de grond.
•
Houd het apparaat voor uw lichaam en van uw lichaam af (fig. 8).
WAARSCHUWING!
Om ernstig letsel of schade aan het apparaat te voorkomen, mag u het apparaat NIET aan de zijkant
vasthouden (fig. 8). De motor kan erg heet worden. Blokkeer de luchtinlaat NIET.
7. ONDERHOUD
7.1 ALGEMENE AANBEVELINGEN
De garantie voor dit apparaat dekt geen onderdelen die veroorzaakt zijn door verkeerd gebruik of nalatigheid
van de gebruiker.
Om de volledige waarde van de garantie te verkrijgen, moet de gebruiker het toestel onderhouden volgens de
instructies in deze handleiding. Om uw machine goed te onderhouden, moeten regelmatig verschillende
afstellingen worden verricht.
Opmerking: Gebruik voor dit apparaat uitsluitend originele reserveonderdelen en accessoires van de
fabrikant. Deze zijn verkrijgbaar bij een erkende servicedealer. Het gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen
of accessoires kan leiden tot ernstig letsel voor de gebruiker of schade aan het apparaat en kan de garantie
doen vervallen.
WAARSCHUWING!
Om ernstig letsel te voorkomen moet u de motor altijd stoppen en laten afkoelen voordat u het apparaat
schoonmaakt of er onderhoud aan pleegt. Voer nooit schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden uit terwijl
het apparaat in werking is. Maak de bougiekabel los om te voorkomen dat het apparaat per ongeluk wordt
gestart.
Draag beschermende kleding en volg alle veiligheidsinstructies om ernstig letsel te voorkomen.
7.2 CONTROLE VAN HET OLIEPEIL
WAARSCHUWING!
HET OVERVULLEN VAN HET CARTER KAN ERNSTIG LETSEL VEROORZAKEN. Controleer
het oliepeil voordat
elk gebruik. Het kan niet genoeg benadrukt worden hoe belangrijk het is om het juiste oliepeil te handhaven.
1) Schakel de motor uit en laat hem afkoelen.
2) Plaats het toestel op een plat, vlak oppervlak, zoals een werkbank of tafel.
Opmerking: Als het oliepeil niet wordt gehandhaafd, kan de motor overvol raken.
3) Reinig het gebied rond de olievulplug (Fig. 9) om te voorkomen dat er vreemde voorwerpen in de
olievulplug terechtkomen.