7.4 OLIE VERVERSEN
Ververs de olie als de motor nog warm is. De olie zal dan vrij stromen en meer onzuiverheden meevoeren.
1)
Reinig het gebied rond de olievulplug (Fig. 9) om te voorkomen dat er vreemde voorwerpen in de
olievulopening terechtkomen.
2)
Draai de olievulplug los.
3)
Kantel het apparaat verticaal om de olie uit de olievulopening in een bak te gieten (fig. 11). Geef
de olie voldoende tijd om volledig uit te lekken.
4)
Opmerking: Voer afgewerkte olie af volgens de federale, staats- en plaatselijke voorschriften.
5) Veeg eventueel gemorste olie op.
6) Vul 60 ml SAE 30 olie in de olievulopening.
Opmerking: voeg NIET te veel olie toe. Zie Oliepeil controleren.
7) Veeg eventueel gemorste olie op.
8) Vervang de olievulplug.
Opmerking: Zorg ervoor dat de O-ring op de olievulplug is aangebracht (Fig. 9).
7.5 ONDERHOUD VAN HET LUCHTFILTER
Het niet onderhouden van het luchtfilter kan leiden tot verminderde prestaties of permanente schade aan de
motor. Motorschade als gevolg van onjuist onderhoud van het luchtfilter valt niet onder de productgarantie.
1) Luchtfilter reinigen
2)
Open het luchtfilterdeksel: Druk op het vergrendelingslipje en draai het luchtfilterdeksel naar rechts
(Fig. 12).
3)
Verwijder het luchtfilter (Fig. 12).
4)
Was het luchtfilter met afwasmiddel en water. Spoel het luchtfilter grondig af en laat het drogen.
5)
Smeer het luchtfilter licht in met schone SAE 30 olie.
6)
Knijp in het luchtfilter om overtollige olie te verdelen en te verwijderen.
7) Vervang het luchtfilter (Fig. 12).
Opmerking: Als het apparaat zonder luchtfilter en luchtfilterdeksel wordt gebruikt, vervalt de garantie.
8) Sluit het luchtfilterdeksel: Steek de lipjes van het luchtfilterdeksel in de sleuven op de achterwand.
Draai het luchtfilterdeksel naar links en druk het dicht tot het vergrendelingslipje vastklikt.