7.6 INSTELLEN VAN HET STATIONAIR TOERENTAL
Als de motor niet goed stationair draait:
1) Start de motor. Zie Starten en stoppen.
2) Laat de motor stationair draaien. Als de motor stopt, verhoog dan het stationair toerental. Draai met
een kleine kruiskopschroevendraaier de stationairschroef 1/8 slag met de klok mee tot de motor
soepel stationair draait (fig. 13).
7.7 ONDERHOUD VAN DE BOUGIE
Als de motor niet goed stationair draait:
1) Schakel de motor uit en laat hem afkoelen.
2) Pak de bougiedop stevig vast en trek hem van de bougie af (Fig. 14).
3) Maak het gebied rond de bougie schoon. Verwijder de bougie uit de cilinderkop met een 5/8-
inch dopsleutel door hem tegen de klok in te draaien.
WAARSCHUWING! Bougie-elektroden mogen niet gezandstraald, geschraapt of gereinigd worden.
Slijpstof in de motor kan de cilinder beschadigen.
4) Controleer de bougie. Als de bougie gebarsten, vervuild of vuil is, vervang deze dan door een
Newstar AM5C of NGK CMR5H of gelijkwaardig.
5) Gebruik een voelermaat om de luchtspleet in te stellen op 0,6 - 0,8 mm (Fig. 15).
6) Steek de bougie in de cilinderkop. Draai de bougie vast met een 5/8-inch dopsleutel en draai
hem rechtsom totdat hij goed vastzit.
Opmerking: Als u een momentsleutel gebruikt, draai deze dan vast met 18 Nm. Niet te strak aandraaien.
7) Monteer de bougiestekker.