Inhoudsopgave
Advertenties
OPGELET!
Voorkom verontreiniging van transmissie-olie.
10•8•2 HYDRAULISCH OLIEPEIL
• Het expansievat voor de hydraulische olie wordt gecombineerd met
de hydrostatische aandrijving (afbeelding 5).
• Reinig de dop van het hydraulische oliereservoir zorgvuldig alvorens
u deze afschroeft. Zorg dat er geen vuil in het reservoir kan dringen .
• Controleer het hydraulisch oliepeil voor elk gebruik. Overvul het
reservoir niet. De markering van het oliepeil moet nog altijd zichtbaar
zijn, zeker in koude toestand. Wij bevelen de olie 5W50.
10•9 OLIERESERVOIR (BAK VER-
VERSEN)
• Controleer het oliepeil in de olietank voor ieder gebruik van de gras-
machine ( afbeelding 30). Het niveau moet tussen de markeringen
MINI en MAXI blijven.
Deze controle moet worden uitgevoerd met gesloten opvang-
bak.
10•10 KETTTINGEN
• De achterwielen van de zitmaaier worden met kettingen aangedreven
(afbeelding 31). De kettingspanning moet om de 100 bedrijfsuren
of tenminste eenmaal per jaar worden gecontroleerd. Regel waar
nodig de kettingspanning na.
• Kettingspanning naregelen :
- Haal het frame naar beneden.
- Schroef de twee schroeven (1) en borgmoer (2) van de spanrol los
(afbeelding 32).
- De ketting spant zich automatisch.
- Draai de twee schroeven en de borgmoer aan.
• De kettingen dienen om de 100 uur of teminste eenmaal per jaar te
worden gereinigd en geolied, bij voorkeur voor de winterstalling.
Demonteer hiervoor eerst de inwendige plaatstalen kettingkasten
(afbeelding 31).
10•11 V - SNAREN (AFBEELDING 33)
• De overbrenging bestaat uit twee V-snaren (a en b).
De ene (a) drijft via de motoras een tandwielpomp en een tussenas
aan. De spanning van deze V-snaar moet om de 50 bedrijfsuren
worden gecontroleerd en waar nodig nagesteld.
De tweede V-snaar (b) drijft via de tussenas de hydrostatische trans-
missie aan. Deze V-snaar is uitgevoerd met een automatische snaar-
spanner en is dus onderhoudsvrij.
10•12 VERWISSELEN VAN DE BANDEN
• Wanneer er een wiel gedemonteerd moet worden, dient dit uitgevoerd
te worden op een harde, vlakke grond.
• Geen werkzaamheden uitvoeren aan of onder de maaier, als deze
slechts provisorisch gestut is of wanneer de veiligheidsmaatregelen
onvoldoende zijn.
• Wendt u zich tot uw dealer, wanneer u niet over de juiste gereed-
schappen of over voldoende vakkennis beschikt.
28
10• ONDERHOUD
• Ga als volgt te werk voor het demonteren van de wielen :
• 1. Voorwielen (afbeelding 34)
- Zet de motor af en neem de sleutel uit het contactslot.
- Zet de machine vast met een wig onder het achterwiel. Haal de hand-
rem aan.
- Plaats een krik onder het frame ter hoogte van de platen van de as.
- Neem het beschermkapje (1) af en vervolgens de pen (2). Schroef
de moer los (3).
- Het wiel kan thans van de as worden genomen.
- Ga bij het monteren van het wiel in omgekeerde volgorde te werk,
maar vet eerst de as in.
• 2. Achterwielen (afbeelding 35)
- Stop de motor en verwijder de contactsleutel. Trek de handrem aan.
- Stop de machine door twee wiggen voor en achter het achterwiel
te plaatsen die tevens op de grond blijven staan.
- Demonteer het achterste mobiele gedeelte van de bak of plaats de
bak in de zogenaamde afvoerpositie.
- Draai de moeren los.
- Plaats een krik onder de krik steun (a) en verwijder het wiel van
de grond.
- Neem het wiel weg.
- Ga in de omgekeerde richting te werk om het wiel weer te monteren.
- Draai de schroeven aan tot 50 Nm.
- Controleer vervolgens de bandenspanning :
- voorbanden : 1,2 bar
- achterbanden : 0,8 bar.
Onderhoudpunten
• Om te zorgen dat uw grasmaaier altijd optimaal functioneert, moeten
de volgende delen worden onderhouden bij de eerste maaibeurt, na
stalling en volgens de onderstaande tabel :
Smeerpunten
Fuseepennen voorwielen (vetpomp) (a
afbeelding 36)
Voorassen aan de geleideplaten (borstel)
(afbeelding 37)
Meslagers (vetpomp) (a afbeelding 38)
Onderhoud van de kettingen
Inoliën de achterwielkettingen (a
afbeelding 31)
Uren
50
50
100
Uren
100
Advertenties
Inhoudsopgave
