9• MONTEREN - DEMONTEREN - TOEGANG TOT ONDERDELEN
Voor uw veiligheid zijn de hydraulische slangen (b afbeelding
19) uitgerust met laagstroombeschermingen. Vergeet niet de
snelkoppelstukken af te sluiten met behulp van de stoppen (c
afbeelding 19).
Maak de koppelstukken goed schoon alvorens de slangen
uit te nemen.
• Licht de schraper met de hand op (a afbeelding 20) en vergrendel
zijn positie door de rechterkoppelstang op zijn as te bevestigen (b
afbeelding 18). Zet de koppelstang vast met behulp van een pen.
• Ontgrendel de collector van het chassis ter hoogte van de twee assen
van de benedensteun (afbeelding 19).
• Om de collector volledig van de maaier te nemen, ga achter de machine
staan en plaats uw handen op het dwarsstuk (c afbeelding 20) om de 4
assen uit hun zitting te nemen.
9•4•2 TERUGMONTEREN
• Ga bij het plaatsen van de opvangbak te werk op tegenovergestelde
wijze.
10•1 MOTOR
Zie ook paragraaf pagina 30 «periodiek onderhoud».
OPGELET !
Voor alle werkzaamheden aan onderdelen
verbonden met de motor, eerst de motor afzetten, de sleutel
uit het contactslot halen en de motor laten afkoelen. Gebruik
werkhandschoenen.
10•1•1 OLIE VERVERSEN
• Na de eerste onderhoudsbeurt, na 10 uur, moet de olie om de 100
bedrijfsuren of één keer per jaar worden ververst.
- Start de motor en laat deze stationair draaien om de olie tot bedrijfs-
temperaatuur te verwarmen.
- Plaats de zitmaaier op een volledig platte vloer.
- Zet de motor af.
- Open de aftapkraan (b afbeelding 4) onder de motorplaat en laat
de olie in een darvoor geschikte bak weglekken.
- Sluit de aftapkraan.
- Open de olietankdop (a afbeelding 4) en vul het carter met nieuwe
olie (tankinhoud : 1,5l). Gebruik API SL of ACEA-A3, SAE 30 of
SAE 10W40 olie. Wij raden de olie 10W40 referentie 38383 (2
liter) aan.
- Controleer het oliepeil met de peilstok. De olie mag tot aan het teken
FULL, doch niet daarboven staan.
OPGELET :
De hete olie er zeer voorzichtig uit laten
lopen.
• Er bestaat gevaar voor vergiftiging en verstikking in geval er brand
zou ontstaan tijdens het aftappen of overgieten van de afgewerkte
vloeistoffen.
• Breng de gebruikte olie naar de recycling.
10•1•2 OLIEFILTER VERVANGEN
• De oliefilter (c afbeelding 4) moet na 200 bedrijfsuren of eenmaal
per seizoen worden vervangen.
• Als de collector teruggemonteerd is op de machine, verificeer dat de
schraper goed op het karkas rust.
• Om de bak weer terug te plaatsen op de collector, plaats het bewe-
gende gedeelte terug op de haken van het vaste gedeelte. Draai de
bak om deze te vergrendelen in het bovenste gedeelte met behulp
van de hendel (a afbeelding 10).
9•5 MONTAGE, HET DEMONTEREN VAN DE
DRIJFRIEMEN VOOR ZOWEL HET MAAIMES
ALS DE RIJAANDRIJVING (AFBEELDING 22)
Voor de aandrijving van het maaimes volstaat het de drijfriem te
ontspannen om deze van de drie katrollen te laten zakken.
Voor de rijaandrijving, moet u de koppeling deblokkeren en de pomp
lossen om de drijfriem te verwijderen.
Voor de montage, ga te werk in tegengestelde richting.
10• ONDERHOUD
• Voor een nieuw filter te plaatsen moet u de rand smeren met schone
olie.
• Draai het filter met de hand vast. Doe er vervolgens nog een 1/2 à
3/4 slag bij.
• Zet de motor aan en laat hem draaien.
• Controleer de afdichting. Zet de motor af en controleer het oliepeil
en vul dit zo nodig bij.
10•1•3 LUCHTFILTER (AFBEELDING 23)
• Reinig de luchtfilter om de 25 uur - vaker wanneer de zitmaaier op
stoffig terrein wordt gebruikt.
• Neem de vleugelmoeren (a) los zodat de luchfilter uitgenomen kan
worden.
• Kunststofschuim voorfilter (b) : reinigen met een wasmiddel, met
water naspoelen en drogen. Inoliën en overtollige olie verwijderen
(elke 25 uur).
• Papierelement (c) : stof loskloppen (elke 100 uur). Om de 300 uur
of tenminste eenmaal per jaar vervangen.
10•1•4 BENZINEFILTER
• Indien de motor te weinig vermogen lijkt te ontwikkelen of
onregelmatig loopt, kan de benzinefilter vervuild zijn en moet
hij vervangen worden.
• De benzinefilter dient om de 300 uur of tenminste eenmaal per
jaar te worden vervangen, zelfs al lijkt deze niet vervuild te zijn.
Alvorens de hydraulische slangen weer aan te sluiten, con-
troleer dat deze schoon zijn.
U verifieert het olieniveau door de dop op de slang te plaatsen
zonder deze vast te draaien.
ATTENTIE :
Het papierelement mag niet met oplos-
middelen of benzine worden gereinigd. Niet inoliën. Niet
met perslucht reinigen of drogen.
ATTENTIE :
Wanneer de zitmaaier op stoffig terrein
wordt gebruikt, moet de luchtfilter vaker gereinigd en het
papierelement vaker vervangen worden.
25