Inhoudsopgave
Advertenties
• Draai de dop (a) met ingebouwde peilstok los en vul geleidelijk met
olie (carterinhoud 1,5 L).
• Controleer het oliepeil voordat u de zitmaaier in bedrijf stelt. Steek
de oliepeiler in de motor zonder hem aan te schroeven, en verwijder
hem opnieuw. Het dient zich tussen de standen "ADD" en "FULL"
te bevinden.
• De stand "FULL" mag wel bereikt maar niet overschreden worden.
7•6•2 PEIL HYDRAULISCHE OLIE (AFBEEL-
DING 5)
• Het oliereservoir bevindt zich onder de centrale kap en is bevestigd
op de hydrostatische aandrijving. Controleer het oliepeil vóór elk
gebruik met behulp van de opschriften op de tank. Het oliepeil
dient zich tussen de twee ringen te bevinden.
- Aanbevolen olie: multigrade olie 5W50.
- Inhoud van het reservoir : 0.5 L.
ATTENTIE :
Ontsnappende hydraulische olie onder druk
kan voldoende kracht bezitten om de huid te doordringen en
ernstige verwondingen te veroorzaken. Er moet onmiddellijk
medische hulp worden gehaald.
ATTENTIE :
Let op dat er geen stof of vuil in de hydrau-
lische olie terechtkomt.
• Maak de dop van het hydraulische olie reservoir schoon alvorens
deze los te draaien, zo voorkomt u dat onzuiverheden in het reservoir
terechtkomen.
• Mocht blijken, dat de zitmaaier olie verbruikt, dan dient het hydraulisch
circuit door de dealer te worden gecontroleerd.
ATTENTIE:
Na intensief gebruik eerst de olie laten
afkoelen voor u de dop losdraait.
7•7
OMLOOPLEIDING HYDROSTATISCHE
OVERBRENGING
Hiermee kan de maaier worden verplaatst zonder de motor te gebruiken.
• De koppelingshendel bevindt zich onder de centrale kap.
- Met de hendel in stand 1 is de omloopleiding gesloten (overbrenging
gekoppeld).
- Met de hendel in stand 0 is de omloopleiding open (overbrenging
ontkoppeld). De zitmaaier kan thans met de hand over kleine afstan-
den worden verplaatst.
ATTENTIE:
Eerst de sleutel uit het contactslot halen, dan
pas de centrale kap openmaken.
ATTENTIE:
De motor niet starten indien de bypass zich in
positie 0 bevindt. Zie hoofdstuk 12 pagina 30 voor instructies
ivm. slepen van de machine.
7•8 AANZETTEN EN UITZETTEN VAN
DE MOTOR
7•8•1 MOTOR STARTEN
ATTENTIE!
Lees en volg de veiligheidsinstructies op voor
u de zitmaaier start.
• Het maaiwerk mag niet zijn ingeschakeld.
• Neem plaats op de zitting en ga als volgt te werk :
- de handrem aantrekken.
- trap niet op de pedalen.
• Plaats de hendel om gas (punt 2 pagina 8) mee te geven op de positie
[START] om met koude motor te starten.
7• BEDIENING
(
6)
AFBEELDING
• Doe de sleutel in het contact en draai naar rechts tot de startpositie
[
] .
• Als de motor is gestart, laat u de sleutel los en zet u de gashendel tussen
de standen [MINI] en [MAXI].
• Laat de motor gedurende 3 tot 5 minuten draaien voor de gashendel
op de positie [MAXI] te zetten en met maaien te beginnen.
• Bij normaal gebruik, de gashendel in stand [MAXI] plaatsen en de
handrem ontgrendelen.
ATTENTIE :
Wijzig de fabrieksinstelling van de motor
niet, en laat de motor niet in een te hoog toerental draaien.
ATTENTIE!
Plaats uw handen of voeten NOOIT binnen
het bereik van draaiende of aangedreven delen van de zit-
maaier.
• Laat de motor NOOIT in een afgesloten ruimte draaien. Uitlaatgassen
zijn giftig.
7•8•2 UITZETTEN VAN DE MOTOR
• Schakel het maaiwerk uit.
• Plaats de gashendel in de stand [MINI].
• Schakel de motor uit (sleutel in de stand "0").
• Trek de handrem aan.
ATTENTIE !
Breng de gashendel al in de stand [MINI]
terug voor u de motor afzet.
ATTENTIE !
Wanneer de zitmaaier niet wordt gebruikt
of tijdelijk zonder toezicht is, dient de contactsleutel uit het
contactslot te worden verwijderd.
7•9 STARTEN EN UITSCHAKELEN VAN
HET MAAIDEK (MESSEN) (A AF-
BEELDING 7)
7•9•1 STARTEN
• Zet de gashendel in [MAXI]-positie (punt 2 pagina 8).
• Zet de maaischakelaar (a) naar voren in de stand maaimessen kop-
pelen.
• Het inschakelen van het maaisysteem is alleen mogelijk als de bes-
tuurder op de stoel zit, de opvangbak in werkpositie is, de achterkant
dicht is.
7•9•2 UITSCHAKELEN
• Om het maai-element te stoppen de schakelaar naar achteren omzetten
in positie "0".
• Het openen van de opvangbak veroorzaakt het stoppen van de messen.
• Deze laatste treden in werking zodra de opvangbak in werkpositie
verkeert.
• De remtijd van het mes moet lager zijn dan 5s.
7•9•3 TOESTEMMINGSSCHAKELAAR
«ACHTERUIT MAAIEN»
Door één keer op deze schakelaar te drukken terwijl het
maaisysteem in werking is, staat u de maaier toe achteruit
te maaien. Anders ontkoppelt het maaisysteem zodra u
achteruit rijdt, en schakelt dit met het pedaal weer in, in de
vrije versnelling of in de vooruit. Indien u het maaisysteem
blokkeert door op de schakelaar «maaisysteem starten» te
drukken of door een beveiliging heen te gaan, moet u deze
toestemming opnieuw activeren.
21
Advertenties
Inhoudsopgave
