Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stralingsmeting (Ingave Balans); Functies Voor Warmwaterproductie (Ingave Water) - Consolar CONTROL 601 Montage- En Gebruikshandleiding

Zonne- en verwarmingsregelaars
Inhoudsopgave

Advertenties

TDMA CONTROL 601/701:
DEBIETMETER
0...1 LITER / IMPULS
Wanneer een debietmeter aangesloten wordt, moet voor
de automatische berekening van het debiet de pulsratio
van de betreffende meter ingegeven worden. Voor de bij
Consolar verkrijgbare debietmeter (Art.-Nr. RE096) moet
op de regelaar 0,026 l/puls ingesteld worden.
ZONNEDOORSTROMING
0...20 l/ min
Indien er een debietmeter aangesloten is, moet hier de
doorstroming op 0 l/min ingesteld worden.
Indien er geen debietmeter aangesloten is, moet de
geregistreerde zonnedoorstroming (bv. registratie van de
doorstroming d.m.v. een tacosetter) ingegeven worden.
WERKINGSUREN SOLAIR TERUGZETTEN?
ENERGIE TERUGZETTEN ?
Met deze instellingen kunnen de werkingsuren solair,
energie nu en totale energie op „0" teruggezet worden.
GEHEUGEN TERUGZETTEN ?
Hier kunnen de gegevens (bv. dagelijkse zonne-energie,
maximum collectorvermogen en maximum
collectortemperatuur), die in de gegevenslogger van de
PC-interface opgeslagen zijn, op „0" teruggezet worden.
Deze functie is enkel mogelijk met PC-interface.
Opbrengstmeting: ingang - functie - uitgang
Ingang
Opbrengstvoeler vertrek
(Art. Nr. RE 046)
Opbrengstvoeler terugloop
(Art. Nr. RE 046)
Debietmeter
(Art. Nr. RE 096)
geen uitgang
2.3.6

Stralingsmeting (ingave balans)

HOOFDMENU 12:34
INGAVE BALANS
Hier kan de zonnestraling gemeten worden. Daarvoor
moet aan de ingang een stralingssensor aangesloten
worden.
STRALINGSSENSOR:
100...1500 W/VM
2
Hier kan de proportionaliteitsfactor tussen de gemeten
spanning en zonnestraling ingesteld worden. De
proportionaliteitswaarde voor stralingssensor RE352
bedraagt 100 W/Vm
2
Zonnestraling: ingang - functie - uitgang
ingang
Functies en instellingen
Functie
Temperatuurdifferentie
voor opbrengstberekening
Temperatuurdifferentie
voor opbrengstberekening
Debietmeting
functie
Stralingssensor
(Art. Nr. RE 352)
2.4 Functies voor warmwaterproductie (Ingave
water)
HOOFDMENU 12:34
INGAVE WATER
2.4.1
Tijdgestuurde bijverwarming van het gebruiksklaar
wam water
Wanneer de temperatuur van het gebruiksklaar warm
water van de bovenste boilervoeler lager ligt dan de
instelbare minimumtemperatuur, worden de uitgangen
„WW- bijverwarming" en "Ketel aan/uit" geactiveerd.
Met een bv. in de badkamer geplaatste schakelaar voor
combisystemen (circulatie- en badschakelaar) kunt u de
minimumtemperatuur van het gebruiksklaar warm water
eenmalig verhogen, bv. voor een tijdelijk grotere
warmwaterbehoefte (badfunctie). Bovendien kan de WW-
bijverwarming ook via een geïntegreerde schakelklok op
bepaalde tijdstippen geblokkeerd worden.
De uitgang "Ketel aan/uit" wordt zowel bij WW-
bijverwarmingswerking als bij verwarmingswerking
geactiveerd.
De uitgang „WW- bijverwarming" wordt enkel bij
werking als WW- bijverwarming geactiveerd.
WW-BIJVERWARMING
NORMTEMP : 30...80 ° C
Wanneer de boilertemperatuur bovenaan de ingestelde
normtemperatuur bereikt heeft, opent het contact „WW-
bijverwarming" en "Ketel aan/uit" en wordt de oplading
van het gebruiksklaar warm water beëindigd.
WW-BIJVERWARMING
HYSTERESE : 2...10 K
Hier kan de hysterese van de WW-bijverwarming
ingesteld worden. Wanneer bv. een normtemperatuur voor
de WW-bijverwarming van 60 °C en een hysterese van 5
K gekozen wordt, worden de contacten „WW-
bijverwarming" en "Ketel aan/uit" bij 55 °C gesloten en
bij 60 °C opnieuw geopend
WW-BIJVERWARMING
MIN TEMP: 0...80 ° C
Hier kan de minimumtemperatuur van de WW-
bijverwarming, die ook tijdens de geblokkeerde uren van
de schakelklok geldt, ingesteld worden.
9
Meting van de
zonnestraling
geen uitgang

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Consolar CONTROL 601

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Control 701

Inhoudsopgave