Inhoudsopgave
Advertenties
TDMA CONTROL 601/701:
5.8 Aansluiting van de TR- CONTROL (RE440)
De TR-CONTROL is een afstandsbediening met
geïntegreerde kamerthermostaat. Aan elk
verwarmingscircuit van de CONTROL 701 kan een TR-
CONTROL toegewezen worden.
OPMERKING:
De aansluiting en de functies worden uitvoerig
beschreven in de Technische Documentatie van de TR-
CONTROL.
5.9 Aansluiting van de stralingssensor (RE352)
Aan de CONTROL 601 kan een stralingssensor
aangesloten worden om metingen uit te voeren. De
aansluitingsklemmen worden in afbeelding 3 voorgesteld.
ES 24V GND
Afbeelding 3: aansluitklemmen van stralingssensor ES3
OPMERKING:
De werking van de stralingssensor wordt beschreven in
hoofdstuk 2.3.6, p. 9.
5.10 Gebruik van een PC-interface (RE030)
Met behulp van een seriële interface kan de CONTROL
601 met een PC verbonden worden. Daarmee kan de
solaire en verwarmingsinstallatie gemonitord en gestuurd
worden. Bovendien kunnen verschillende temperatuur- en
balanswaarden geregistreerd en onder de vorm van een
curve voorgesteld worden. De interface is in optie
verkrijgbaar en kan achteraf nog op de regelaar
aangesloten worden. Daarvoor moet eerst de netspanning
van de regelaar onderbroken worden en het bovenste
gedeelte van de behuizing eraf genomen worden.
Door het losmaken van de schroeven (1) kan de
kunststofplaat (2) naar boven geklapt worden. Vervolgens
Aansluiting regelaar en montagehandleiding van de CONTROL 701
56
de PC-interface op poort 1 steken. De bijgeleverde
aansluitingskabel met RS 232-stekker wordt aan de
klemmen A, B, C en D van klemmenstrook "Module 1"
aangesloten.
2
3
Afbeelding 4: montage van de PC-interface
OPMERKING:
De functies van het programma worden in de
onlinehelp van de PC-software uitvoerig beschreven.
5.11 Ingebruikname
Wanneer het apparaat onder stroom staat, wordt op het
display onder Temperatuurwaarden de gekozen
temperatuur getoond. Om te controleren of de aangesloten
uitgangen foutloos werken, worden in het Servicemenu
onder Handbediening de afzonderlijke uitgangen
naargelang de installatievariant op AAN ingesteld. De
groene controlelampjes moeten oplichten en de pompen,
de ventielen en de mengkranen draaien.
Na de test moeten de schakelaars op AUTO gezet
worden.
OPGELET:
De manuele activering (handbediening) mag enkel
kortstondig en voor testdoeleinden gebruikt worden.
Een langdurige activering leidt tot beschadiging van de
installatie of diens componenten, omdat de
veiligheidsfuncties dan uitgeschakeld zijn.
1
Advertenties
Inhoudsopgave
