Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting - Consolar CONTROL 601 Montage- En Gebruikshandleiding

Zonne- en verwarmingsregelaars
Inhoudsopgave

Advertenties

TDMA CONTROL 601/701:
de elektrische aansluiting
gebeuren.
OPGELET:
Het bovenste gedeelte van de behuizing er nooit
afnemen bij netspanning!

4.7 Elektrische aansluiting

De CONTROL 601 moet gevoed worden met een externe
netspanning van 230 V ± 10 % (50-60 Hz). De aansluiting
gebeurt aan de klemmen L/ N/ PE (zie aansluitklemmen
afbeelding 2).
De uitgangen 1 ..5 zijn telkens 230 V-uitgangen. De
bijbehorende verbruikers worden aan de klemmen A1 tot
A5 aangesloten.
Uitgang 6 is een potentiaalvrij contact. De uitgang moet
aan de klemmen (6A + 6M) aangesloten worden.
Wanneer uitgang 6 geactiveerd wordt, wordt contact M-A
gesloten.
Indien met de potentiaalvrije uitgang een 230 V- uitgang
gemaakt moet worden, dan kan de bedrijfsspanning, via
een brug van klem LS op 6M, voor uitgang A6
beschikbaar gesteld worden.
Indien er een ketel met modulerend ingangssignaal wordt
aangesloten, moet die aan de klemmen U (0 - 10 V) en
GND aangesloten worden.
De aansluiting van de temperatuurvoelers gebeurt aan de
klemmen F1 tot F8. De polariteit van de
voeleraansluitingen is vrij te kiezen. Om beschadiging van
de collectorvoeler door blikseminslag te vermijden, wordt
de installatie van een overspanningsbeveiliging (Art.-Nr.
RE500) aanbevolen.
Aan de klemmen D1 en D2 worden de digitale ingangen
aangesloten.
Aansluiting regelaar en montagehandleiding van de CONTROL 601
35
OPMERKING IVM VDE-RICHTLIJN:
De betreffende plaatselijke en VDE-richtlijnen moeten in
acht genomen worden. De voelerkabels zijn
laagspanningskabels en mogen niet met kabels van
meer dan 50 V door eenzelfde kabelbaan lopen.
OPMERKING IVM AANSLUITING:
De aansluiting van de in- en uitgangen gebeuren
volgens de informatie i.v.m. de aansluiting van de
regelaar in hoofdstuk 4.
OPMERKING IVM VOELERSTORINGEN:
Indien er zich een storing van de voeler voordoet en de
regelaar niet kan ingesteld worden door het
knipperende display, kan de melding van de
voelerstoring voor 5 minuten onderdrukt worden door
op "+" en "-" te drukken.
OPMERKING IVM DE PLAATS VAN DE COLLECTORVOELER:
De voeler moet indien nodig aan de laatste
absorberplaat bevestigd worden, zodat hij ook aan de
straling blootgesteld is. Een foutieve positionering van
de collectorvoeler kan tot onnauwkeurige
temperatuurmetingen in de collector en daardoor tot
foutieve werking van de regelaar leiden.
Indien er een dompelhuls gebruikt wordt, moet er
gezorgd worden voor een goed contact van de voeler
in de dompelhuls. In de meeste gevallen is het gebruik
van warmtegeleidende pasta raadzaam. De
collectorvoeler mag in geen geval buiten de collector
bevestigd worden.
Voorbeeld maximum kabellengte:
Voeler /
Kabel
interface
PT 1000
2 X 0,75 mm
PC-interface
Met seriële
standaardkabel
Lengte tot
25 m
50 m

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor Consolar CONTROL 601

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Control 701

Inhoudsopgave