Inhoudsopgave
Advertenties
TDMA CONTROL 601/701:
omschakeling op winterwerking gebeurt bij de
verschillende varianten door de vertrek- of terugloopvoeler
van de verwarming.
CONTROL 601
Instelling op de
regelaar
Installatievari-ant 1
Terugloopsysteem
Geen functie, ketel
vaste brandstoffen,
T-Pro
Installatievari-anten
Verwarmings-
2, 3
regeling
CONTROL 701
Instelling op de
regelaar
Installatievari-anten
Verwarmings-
1,2,3
regeling
DIFFERENTIE SOLAIR:
2...12 K
Met de functie „Differentie solair" kan de
temperatuurdifferentie ingesteld worden, waarmee de
temperatuur aan de collectorvoeler hoger moet liggen dan
de temperatuur aan de boilervoeler onderaan zodat er
zonne-energie kan opgeladen worden. Bij kleine
buisdiameters en een goede warmte-isolatie kan een lage
waarde ingesteld worden. Bij langere buisleidingen, grote
buisdiameters, slechte warmte-isolatie of ongunstige
plaatsing van de voelers moet de temperatuurdifferentie
groter zijn.
Voorbeeld:
Bij een buisdiameter van 15 mm, een buisleiding van 20
m, een pomp met weinig stroomverbruik en een goede
warmte-isolatie van de buisleiding kan de waarde op 6
K ingesteld worden. Bij een instelling van 6 K schakelt de
zonnepomp aan wanneer de temperatuur aan de
collectorvoeler minstens 6 K boven de temperatuur aan
de boilervoeler onderaan ligt. Wanneer de
temperatuurdifferentie tussen de collector en de
temperatuur in de boiler onderaan lager is dan 4 K
(hysterese van 2 K, in de fabriek ingesteld), schakelt de
zonnepomp uit.
Zonnepomp: ingang - functie - uitgang
Ingang
Collectorvoeler
(in de leveromvang
voorzien)
Boilervoeler onderaan
(in de leveromvang
voorzien)
Vertrek-/terugloopvoeler
(Art. Nr. RE 046)
Uitgang: zonnepomp
Functies en instellingen
Voeler
Terugloopvoeler
geen
winteromschakeling
Vertrekvoeler
Voeler
Vertrekvoeler
Functie
Toplading
(gelaagdheidsfunctie)
Differentie solair
Solair aan max
Differentie solair
Solair aan max
Omschakelen op winter
2.3.2
Oost-west-ventielregeling
Met de functie „Oost-westventiel" kan een installatie met
twee collectorvelden, die naar het oosten en het westen
gericht zijn, geregeld worden.
DIFFERENTIE SOLAIR 2:
2...12 K
Met de functie „Differentie solair 2" kan de
temperatuurdifferentie ingesteld worden waarmee de
temperatuur aan de collectorvoeler hoger moet liggen dan
de temperatuur aan de boilervoeler onderaan? zodat er
zonne-energie kan opgeladen worden. De uitgang „Oost-
westventiel" activeert een driewegventiel op positie AB-A,
om de warmtestroom naar collector 2 om te leiden,
wanneer collector 2, 3 K warmer is dan collector 1.
Oost-westventiel: ingang - functie - uitgang
Ingang
Collectorvoeler 2
(Art. Nr. RE 040)
Uitgang: Oost-westventiel
2.3.3
Koeling, tweeboiler- en zwembadregeling
Bij keuzefunctie 1 wordt onderscheid gemaakt tussen
volgende functies: koeling/ koeling via verwarmingscircuit
/ twee boilers met voorrang/ twee boilers zonder
voorrang/ zwembad.
Met deze functie moet een oververhitting van de collector
verhinderd of een tweede boiler opgeladen worden. De
zonnepomp draait tijdens de afkoeling van de boiler
verder, zolang de maximum collector- of
boilertemperatuur niet overschreden wordt.
Keuzefunctie Koeling:
Wanneer de boilervoeler bovenaan de ingestelde
temperatuur bereikt heeft, wordt uitgang "Koeling"
geactiveerd. Die uitgang kan bv. een boilerpomp
aansturen, om de boiler af te koelen of de warmtestroom
naar een andere boiler om te leiden.
KOELTEMPERATUUR:
30...90 °C
Hier kan de gewenste koeltemperatuur ingesteld worden.
HYSTERESE:
2...10 K
Hier kan de hysterese voor de koeling ingesteld worden.
Indien er bijvoorbeeld een temperatuur van 85 °C en een
hysterese van 5 K gekozen wordt, dan wordt het contact
bij 85 °C gesloten en bij 80 °C terug geopend.
Keuzefunctie Koelen via verwarmingscircuit:
Hier wordt de boiler bij een bepaalde temperatuur via een
verwarmingscircuit afgekoeld. De mengkraan wordt dan
automatisch geopend en de verwarmingspomp
geactiveerd.
7
Functie
Differentie solair 2
Solair aan max
Advertenties
Inhoudsopgave
