TDMA CONTROL 601/701:
2.5.3
Terugloopsysteem
HOOFDMENU 12:34
INGAVE VERWARMING
De CONTROL 601 en de CONTROL 701 hebben een
instelbare temperatuurdifferentieregeling waarmee de
hydraulische schakeling Terugloopsysteem aangestuurd
kan worden.
DIFFERENTIE TERUGLOOPSYSTEEM: 2...24 K
Met deze functie kan de temperatuurdifferentie ingesteld
worden die tussen de temperatuur aan de „Boilervoeler
TLS" en die aan de terugloopvoeler moet liggen, zodat de
uitgang „Terugloopsysteem" geactiveerd wordt
(driewegventiel wordt op positie AB-A geschakeld). De
hysterese bedraagt 2 K en werd in de fabriek ingesteld.
OPMERKING:
Bij de functie „Terugloopsysteem" moet ook de
instelling „Bijverwarmen via CONTROL" op pagina 6 in
acht genomen worden.
Temperatuurdifferentieschakelaar:
ingang - functie - uitgang
Omschrijving voeler
Boilervoeler TLS
(Art. Nr. RE 046)
Terugloopvoeler
(Art. Nr. RE 046)
Uitgang: Terugloopsysteem (driewegventiel)
2.6 Functies voor de werking van de ketel
(Ingave ketel)
HOOFDMENU 12:34
INGAVE KETEL
In dit menu kunnen alle instellingen gedaan worden voor
ofwel de ketel (bv. stookolieketel of ketel voor vaste
brandstoffen), de ketelpomp of de boilerpomp.
2.6.1
Ketel (stookolie, gas, pellets)
Afhankelijk van de hydraulische schakeling wordt ofwel de
ketelpomp ofwel de boilerpomp aangestuurd. Dat ziet er
als volgt uit:
Instelling op de regelaar
automatische toewijzing van de hydraulische
schakeling
Bufferlogica
met ketelpomp
Terugloopsysteem
met boilerpomp
Geen instelling
met boilerpomp
Functies en instellingen
Functie
Terugloopsysteem
Terugloopsysteem
omschakelen op winter
KETELTEMPERATUUR MIN:
0...70 °C
Hier kan de minimum keteltemperatuur ingesteld worden
vanaf dewelke de uitgang van de ketel- of boilerpomp
(A1) geactiveerd wordt.
KETELTEMPERATUUR
MAX : 50...90 °C
Hier kan de maximum keteltemperatuur ingesteld worden
vanaf dewelke de ketel (brander) via het potentiaalvrije
contact of via de 0-10 V interface uitgeschakeld wordt.
DIFFERENTIE KETEL
MAX : 0....60 K
Verwarmingsmodus: Hier wordt de temperatuurdifferentie
tussen de berekende normtemperatuur voor de
verwarming + differentie bufferlogica (indien bufferlogica
geactiveerd is) en de huidige keteltemperatuur ingesteld.
Wanneer de huidige keteltemperatuur hoger ligt dan die
temperatuurdifferentie, schakelt de brander uit.
WW-bijverwarmingsmodus: Hier wordt de
temperatuurdifferentie tussen WW- normtemperatuur en
de huidige keteltemperatuur ingesteld. Wanneer de
huidige keteltemperatuur hoger ligt dan die
temperatuurdifferentie, schakelt de brander uit.
Voorbeeld: verwarmen met ketel
Normtemperatuur VC:
Normtemp. WW-bijverwarming:
Differentie ketel max:
Indien de ketel in WW-bijverwarmingsmodus een
temperatuur van 70 °C bereikt, wordt de ketel
uitgeschakeld. In verwarmingsmodus wordt de ketel bij
65 °C uitgeschakeld. Indien de functie bufferlogica
geactiveerd is (vb. differentie bufferlogica: 6 K), schakelt
de ketel in verwarmingsmodus uit bij 71 °C.
INGAVE KETEL
1-STAPS/MODULEREND
Met deze functie kan de ketel in 1-staps- of modulerende
werking gesteld worden.
Eénstapswerking: de ketel wordt via het potentiaalvrije
contact in- en uitgeschakeld.
Modulerende werking: de ketel wordt met een spanning
tussen 0 tot 10 V aangestuurd. Het spanningsniveau wordt
in functie van de temperatuurdifferentie tussen de huidige
en de normtemperatuur van de ketel aangepast.
Volgende 6 menu-items verschijnen enkel in het
installateursmenu van de modulerende ketelwerking.
15
50 °C
55 °C
15 K