Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nstelling Van De Variatorriem; Nstelling Van De Snelheid - Varimixer AR80 VL-1 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor AR80 VL-1:
Inhoudsopgave

Advertenties

s
:
torIngzoektabel
Slaand geluid vanuit gesloten gedeelte menger.
Menger hapert tijden het kneden van deeg,
dat normaal geen problemen oplevert.
Snelheid van menger niet stabiel
Min/Max snelheid wijzigt zich
Kuip zit te vast of te los
Hulpstuk slaat tegen zijkant kuip
Hulpstuk slaat tegen bodem van kuip
Voordat er ev. reparaties of instellingen worden uitgevoerd moet de stroomtoevoer worden losgekop-
peld door de stroomkabel ter plaatse van het aansluitpunt te demonteren
I

nstellIng van de varIatorrIem

De afstand (X) dient slechts als richtsnoer te worden
beschouwd, aangezien deze afstand mede afhankelijk is
van de tolerantiewaarde van de variatorriem.
1.
Start de machine met gespannen V-snaren (
2.
Span de variatorriem (A) door 1 of 2 vulplaten van
punt (V) naar punt (T) te verplaatsen.
3.
Start de menger en laat deze lopen terwijl u de
moer aandraait. De moer mag niet al te hard worden
aangedraaid.
4.
De pen (E) op de schakelring (F) moet in de voorste
snaarschijf in de variatorvork (G) worden geplaatst,
en op de voorste snaarschijf moet de pen buiten
de vork van de riemspanner (B) worden geplaatst
(beide naar achteren gekeerd).
5.
Afwijkingen in de overbrenging kunnen ertoe lei-
den dat de variatorriem (A) de stiften (Z) van de
snaarschijven raakt, wanneer de snelheid wordt
opgevoerd. In het gegeven geval moet de afstand
(X) worden verminderd.
6.
Volg de instructies onder
"Instelling van de snelheid".
(X)
AR80
=
Overige storingen, raadpleeg dealer
:
*
305 mm +/- 3 mm.
6
m
aatregel
Instelling van de variatorriem
Instelling van de variatorriem
Instelling van de variatorriem
Instelling van de snelheid
Instelling van de kuipklemmen
Instelling van de kuipcentrering
Instelling van de kuiphoogte
I

nstellIng van de snelheId

1.
De stopbouten van de stuurarm (J) moeten zodanig
worden ingesteld dat de afstand (H) 1-2 mm op de
voorste en achterste snaarschijf bedraagt bij respec-
tievelijk lage en hoge snelheid. Draai de borgmoer
)
(K) weer vast zodra de snelheid correct is.
2.
Afwijkingen in de overbrenging kunnen ertoe lei-
den dat de variatorriem (A) de stiften (Z) van de
snaarschijven raakt, wanneer de snelheid wordt
opgevoerd. In het gegeven geval moet de afstand
(X) worden verminderd, zie onder "Instellen van de
variatorriem", en stel daarna de snelheid opnieuw
in.
:

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave