Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat openen/ reparatie
Om er voor te zorgen dat dit apparaat feilloos en veilig blijft wer-
ken en de garantie behouden blijft, mag het apparaat uitsluitend
door bevoegde en vakkundige personen worden geopend.
Ook originele onderdelen mogen uitsluitend worden ingebouwd
door bevoegde en vakkundige personen.
Indien geconstateerd wordt dat het apparaat is geopend door niet
bevoegde personen, zal de fabrikant geen enkele aanspraken op
garantie met btrekking tot persoonlijke veiligheid, meetonnauw-
keurigheid, conformiteit met de geldende veiligheidsmaatregelen
of gevolgschade in welke vorm dan ook verlenen.
Herstellingen en onderdelen vervangen
Wanneer het toestel wordt geopend kunnen spanningsvoerende
delen worden blootgesteld. Het toestel moet losgekoppeld wor-
den van de meetkring alvorens de herstelling of vervanging van
onderdelen uit te voeren. Indien herstelling nodig is van een wer-
kend open toestel, dan mag dit enkel door getrainde technici ge-
beuren die bewust zijn van de mogelijke gevaren.
Defekten en ongewone breuken
Indien vastgesteld wordt dat het toestel niet langer op een veilige
manier kan functioneren, dan dient het uit dienst te worden geno-
men er er voor te zorgen dat het niet meer ongewild kan gebruikt
worden.
Een veilige werking kan niet indien:
• het toestel visuele schade vertoond
• het toestel niet meer werkt, of een slechte werking vertoond
• het toestel langdurig onder slechte omstandigheden werd be-
waard zoals in een vochtige, stoffige of extreme temperatuursom-
standig-heden (zie "Omgevingsvoorwaarden" op pagina 60).
10
1.1 Toepassingsgebied
• De respectievelijke multimeter is een draagbaar toestel dat in
de hand gehouden wordt tijdens het gebruik en de meting.
• Enkel de metingen beschreven in hoofdstuk 5 mogen met dit
toestel uitgevoerd worden.
• Het meettoestel, inclusief de meetsnoeren en test-probes
mogen enkel gebruikt worden binnen hun gespecifiëerde
meetcategorie (zie pagina 59 en de tabel op pagina 8).
• Overlast grenswaarden mogen niet overschreden worden. Zie
technische data op pagina 54 voor overlast waarden en over-
last grenswaarden.
• Metingen mogen enkel uitgevoerd worden onder de opgege-
ven omgevingscondities. Zie pagina 60 betreffende de wer-
kingstemperatuur en relatieve vochtigheid.
• Het meettoestel mag enkel gebruikt worden in overeenstem-
ming met de opgegeven beschermingsgraad (IP code)
(zie pagina 60)
GMC-I Messtechnik GmbH