Schakel vóór elk onderhoud de motor uit en neem de sleutel
uit het contact.
9•1 REINIGING
Het beste onderhoud is vooral het regelmatige schoonmaken van uw
maaimachine na elke maaibeurt.
• Het gebruik van een hogedrukspuit wordt sterk afgeraden. U dient
in geen geval water op bepaalde motoronderdelen te spuiten, zoals:
carburator, luchtfilter, ontstekingstraject, knaldempers van uit-
laat, accu,... Ook dient u geen waterstraal te richten op elektrische
contactsluiters, op lagers (meslagers of wiellagers) en de hydraulische
elementen.
• Wij raden u aan om na het reinigen de motor en alle transmissiedelen
te laten werken om water dat in de bewegende delen gedrongen is,
te verwijderen.
9•2 MAAIDEK
9•2•1 REINIGING VAN HET MAAIDEK
• Reinig telkens na het gebruik zorgvuldig het maaidek en met name
de binnenzijde hiervan.
• Reiniging van het maaidek met behulp van de slangaansluiting.
• Het maaidek is aan de linker zijde voorzien van een aansluitstuk, waa-
rop een waterslang aangebracht kan worden (afbeelding 25).
- Sluit de waterslang aan op het maaidek.
- Verwijder de bodem van de opvangbak (afbeelding 12) (behalve
MKM).
- Open de waterkraan.
- Neem plaats op de zitting, schakel de motor en het maaisysteem in.
- Na circa 3 minuten is het maaisysteem gereinigd.
- Schakel het maaisysteem en vervolgens de motor uit.
- Sluit de watertoevoer af en koppel de waterslang af.
- Schakel het maaisysteem weer gedurende enkele minuten in om
overtollig water te verwijderen.
9•2•2 REINIGING VAN HET MAAISYSTEEM
NA DEMONTAGE (DEMONTAGE, ZIE
PARAGRAAF 8•4)
Als de maaimachine is gebruikt onder zeer zware omstandigheden
(zeer vochtig gras, maaien in zeer lage positie) kan het noodzakelijk
zijn om het maaidek uit elkaar te nemen om het met een borstel schoon
te maken. Bij deze gelegenheid is het tevens nodig om de toestand van
het mes en zijn bevestiging te controleren en eventueel te vervangen.
Een goed onderhouden maaisysteem zal de maaikwaliteit verbeteren.
9•2•3 REINIGING VAN DE OPVANGBAK (BE-
HALVE MKM)
• Het doek van de opvangbak dient net als het maaidek na elk gebruik
gereinigd te worden, om te zorgen voor een optimale luchtafvoer:
gebruik hiervoor een waterspuit.
OPGELET!
Door het maaihuis en de opvangbak in goede
staat te houden, verbetert u niet alleen het maairesultaat en de
opvang van het gras, maar verlengt u tevens de levensduur
van uw zitmaaier.
9•2•4 ONDERHOUD VAN HET MAAIDEK
WAARSCHUWING!
Voor alle werkzaamheden onder het maaidek dient u eerst de
motor te stoppen en de sleutel uit het contact te halen. Draag
handschoenen om uw handen te beschermen.
9• ONDERHOUD
STAAT VAN HET MAAIMES
• Controleer het maaimes op eventuele beschadigingen of slijtage telkens
voordat u de maaier gaat gebruiken:
1: normaal, 2: verbogen, 3: versleten, 4: gebarsten (afbeelding 26)
• Indien een mes stomp of verbogen is, neemt de kwaliteit van het maaien
en opvangen van het gras af.
- Een beschadigd mes kan gevaarlijk zijn, indien een metaalstuk afbreekt
en door het maaisysteem uitgeworpen wordt.
• Na een schok tegen het maaimes moet dit absoluut worden vervangen.
• De haarscheurtjes die worden veroorzaakt door een schok kunnen er
toe leiden dat het mes later breekt indien dit niet wordt vervangen.
• Een versleten of beschadigd mes dient onmiddellijk vervangen te wor-
den (zie volgende paragraaf).
- Een stomp mes dat geen tekenen van beschadiging vertoont, kan
opnieuw geslepen worden.
- De slijpgrens staat op het uiteinde van het mes aangegeven en mag
niet overschreden worden.
- Na het slijpen dient het mes uitgebalanceerd te worden om trillingen
te voorkomen.
- Controleer bovendien of de meskoppeling in perfecte staat verkeert.
• Als belangrijke schade wordt geconstateerd aan het maaimes moet
de dealer het hele systeem aan een grondige inspectie onderwerpen.
9•2•5 VERVANGING VAN HET MAAIMES
Voor alle werkzaamheden onder het maaidek dient u eerst
de motor te stoppen en de sleutel uit het contact te halen.
Draag handschoenen om uw handen te beschermen.
MODEL MKM
• Het mes kan gecontroleerd en gedemonteerd worden via een hulp-
middel voor het zijwaarts uitwerpen.
• Om het mes te vervangen, kunt u het beste het gehele maaisysteem
demonteren (zie demontage van het maaisysteem paragraaf 8•4).
• Blokkeer het mes met een hand om dit uit te nemen (bescherm uw
hand met een doek of handschoen) en draai vervolgens de centrale
schroef los met behulp van een sleutel maat 17 (afbeelding 27).
• Vooraleer de meskoppeling opnieuw te monteren, moet u het uiteinde
van de as smeren en de staat van de borgring (ref. 37665), de kop-
peling (ref. 50334), de spie (ref. 20602) controleren (afbeelding 28).
• De messchroef dient met een koppel van 50 Nm aangedraaid te worden.
• De maaimessen en hun bevestigingsschroeven zijn beschikbaar on-
der de referentie MC85MN.
VOOR ALLE ANDERE MODELLEN
• Het mes kan gecontroleerd en gedemonteerd worden via het uitworp-
kanaal (afbeelding 29).
• Om het mes te vervangen, kunt u het beste het gehele maaisysteem
demonteren (zie demontage van het maaisysteem paragraaf 8•4).
• Blokkeer het mes met een hand om dit uit te nemen (bescherm uw
hand met een doek of handschoen) en draai vervolgens de centrale
schroef los met behulp van een sleutel maat 17 (afbeelding 27).
• Vooraleer de meskoppeling opnieuw te monteren, moet u het uiteinde
van de as smeren en de staat van de borgring (ref. 37665), de koppe-
ling (ref. 28420), de spie (ref. 20602), de breekbouten (ref. 71231),
de moeren (ref. 37567) alsmede de centreerring (ref. 28238) contro-
leren (afbeelding 30).
• De messchroef dient met een koppel van 50 Nm aangedraaid te worden.
• Monteer het mes zodanig, dat de maaizijde naar het uitworpkanaal
wijst.
9•2•6 VERVANGING VAN DE BREEKBOUTEN
• De breekbouten zorgen voor de verbinding tussen het mes zelf en het
koppelstuk van het mes.
27