Werking van de installatie controleren
Functie van alle installatiecomponenten controleren:
■
Zie "Functiecontrole".
■
Temperaturen op de warmtepompregeling opvragen.
"Functiecontrole" aan de warmtepompregeling
1. Servicemenu:
OK +
gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken.
å
2. "Servicefuncties"
3. "Functiecontrole"
Instrueren van de installatiegebruiker
De installateur van de installatie moet de bedienings-
handleiding overhandigen aan de gebruiker van de
installatie en de bediening uitleggen.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
4. Gewenste functie starten, bijv. "Warm water". Er
worden alleen functies getoond die volgens de
installatie-uitvoering aanwezig zijn.
Tijdens de functiecontrole wordt het installatieover-
zicht weergegeven.
5. Functie met
beëindigen.
Overzicht van de functies
Servicehandleiding "Vitotronic 200"
Daartoe behoren ook alle als accessoire ingebouwde
componenten, bijv. afstandsbedieningen. Bovendien
moet de installateur van de installatie wijzen op de ver-
eiste onderhoudswerkzaamheden.
61