Primaire zijde vullen en ontluchten
!
Opgelet
Inbedrijfstelling met een leeg primair circuit leidt
tot schade aan het toestel.
Primair circuit voor het inschakelen van de net-
spanning vullen en ontluchten.
1. Voordruk van het expansievat controleren.
2. Primair circuit met warmteoverdrachtsmedium van
Viessmann vullen en ontluchten.
Opmerking
Vorstbescherming tot
Het warmteoverdrachtsmedium van Viessmann is
een kant-en-klaar mengsel op basis van ethyleen-
glycol. Het bevat eveneens inhibitoren als corrosie-
bescherming. Het warmteoverdrachtsmedium kan
tot
19 °C worden gebruikt.
–
Secundaire zijde vullen en ontluchten
Ongeschikt vul- en bijvulwater bevordert afzettingen en
corrosievorming. Daardoor kan schade aan de installa-
tie ontstaan.
Voor de kwaliteit en de hoeveelheid van het verwar-
mingswater, incl. vul- en bijvulwater, geldt VDI 2035.
!
Opgelet
Ontsnappende vloeistof kan tot elektrische
defecten leiden.
Elektrische componenten van de warmtepomp
tegen uittredende vloeistoffen beschermen.
Opmerking
Voor het vullen van de installatie VDI 2035 blad 1 res-
pecteren.
1. Eventueel aanwezige terugstroomblokkering van
installateur openen.
2. Voordruk van het expansievat controleren.
3. Secundair circuit vullen (spoelen) en ontluchten.
Expansievat en druk van het primaire circuit/verwarmingscircuit controle-
ren
Ontwerpinstructies in acht nemen.
Ontwerphandleiding voor warmtepompen
Controleren of de elektrische aansluitingen goed vastzitten
19 °C garanderen.
–
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
3. Aansluitingen controleren op lekkage. Defecte of
verschoven afdichtingen vervangen.
Verwarmingsinstallatie vóór het vullen grondig spoe-
■
len.
■
Uitsluitend met water van tapwaterkwaliteit vullen.
■
Vul- en bijvulwater met een hardheid van meer dan
16,8 °dH (3,0 mol/m
3
) moet worden onthard,
bijvoorbeeld met de kleine onthardingsinstallatie voor
verwarmingswater.
!
4.
Opgelet
Ondichte hydraulische verbindingen veroor-
zaken schade aan het toestel.
Interne hydraulischen verbindingen bij de
■
installateur op lekkage controleren.
Bij lekkage toestel onmiddellijk uitschake-
■
len. Vloeistof via de aftapkraan aftappen.
Positie van de afdichtingsringen controle-
ren. Verschoven afdichtingsringen beslist
vervangen.
5. Installatiedruk controleren. Eventueel water bijvul-
len.
■
Minimale installatiedruk:
0,8 bar (80 kPa)
■
Toegel. werkdruk:
2,5 bar (250 MPa)
49