- Rij altijd op lage snelheid over hellingen om de macht over het
stuur van de ontstruiker niet te verliezen.
- Start uitsluitend nadat u gecontroleerd heeft of u de schildpad snel-
heid heeft ingesteld met behulp van de snelheidsregelaar.
- Bij het starten op een helling (stijgen of dalen): vergrendel de par-
keerrem en zet de ontstruiker direct in beweging met behulp van
de rijhendel.
- Wees uiterst voorzichtig bij het keren op hellingen. Bereid u op het
wijzigen van richting voor en verlaag de snelheid om de macht over
de ontstruiker niet te verliezen.
- Stel direct bij het stilzetten van de ontstruiker de parkeerrem in.
- De macht over de langs de helling wegslippende ontstruiker kan niet
opnieuw verkregen worden door het gebruik van de parkeerrem.
OPGELET!
De machine mag uitsluitend opgeheven worden
op een voor het gewicht van de machine geschikte heftafel
(zie technische kenmerken).
7•1 ONDERHOUD MOTOR
Zet de motor uit en haal de sleutel uit het contact, alvorens
onderhoudswerkzaamheden te verrichten.
Raak de uitlaat, de cilinder of de koelribben niet aan daar contact
met deze onderdelen kan leiden tot brandwonden.
7•1•1 CONTROLE VAN HET OLIEPEIL
• Te controleren vóór elke maaibeurt, als de motor nog koud is.
• Zet de ontstruiker op een vlakke ondergrond.
• Reinig de ruimte rond de vulopening om te voorkomen dat er vuildeeltjes
in het carter dringen.
• Draai de oliepeilstok (a afbeelding 9) los.
• Droog de peilstok af met een schone doek en doe hem terug in de
vulbuis.
• Druk de dop op de buis zonder hem te schroeven.
• Trek de peilstok er weer uit om het peil te controleren : het olieniveau
op de meter moet tussen de aanduidingen [ADD] en [FULL] staan.
• Draai de peilstok helemaal op de vulbuis.
7•1•2 AFTAPPEN EN VERVERSEN VAN DE
MOTOROLIE
• Na het eerste onderhoud na 15 gebruiksuren, dat door uw ETESIA-dealer
uitgevoerd moet worden, dient de motorolie vervangen te worden na de
eerste van de volgende termijn: elke 50 gebruiksuren (AK88), elke 100
gebruiksuren (AK95, AK98, AK98X) of 1 keer per jaar.
• Laat de gebruikte olie weglopen als de motor nog heet is, dan zal de
olie er gemakkelijker uitlopen dan als hij koud is.
• Zet de machine op een vlakke ondergrond.
• Schakel de motor uit en verwijder de contactsleutel.
• Plaats een geschikte opvangbak aan de output van het olie carter.
• Open de aftapdop (c afbeelding 9) en laat de gebruikte olie weg-
stromen in een onder de machine geplaatste opvangbak.
OPGELET!
Ga uiterst voorzichtig te werk bij het aftappen
van de warme olie. Draag handschoenen.
6• GEBRUIKSAANWIJZINGEN
7• ONDERHOUD
• De hoofdoorzaken van het verliezen van de macht over de ontstruiker:
- Onvoldoende bodemgrip van de wielen
- Rijden op te hoge snelheid
- Onjuist uitgevoerde afremming
- Machine niet geschikt voor de beoogde werkzaamheden
- Gebrekkige kennis over het effect van de staat van de ondergrond,
met name op hellingen
- Onjuist uitgevoerde koppeling of onjuiste verdeling van de lading.
• Sluit de aftapkraan van de olie.
• Reinig de ruimte rond de vulopening om te voorkomen dat er vuildeeltjes
in het carter dringen.
• Haal de peilstok uit de koker en doe langzaam de multigrade olie
10W40 van de specificatie API-SL of ACEA-A3 met de referentie
ETESIA 38383 (2 liter) of een single grade olie SAE30 door de vul-
koker.
• Droog de peilstok af met een schone doek en doe hem terug in de
vulbuis.
• Druk de dop op de buis zonder hem te schroeven.
• Controleer het oliepeil met behulp van de peilstok. Het olieniveau
moet het merkteken FULL (vol) bereiken maar mag het niet voor-
bijgaan.
• Draai de peilstok helemaal op de vulbuis.
• Breng de opgevangen oude olie naar een erkende verzamelplaats.
7•1•3 VERVANGEN VAN HET OLIEFILTER
(B AFBEELDING 9)
• Vervang het oliefilter na 100 bedrijfsuren (AK88) of 200 bedrijfsuren
(AK95, AK98, AK98X) of één maal per seizoen.
WAARSCHUWING!
brandwonden veroorzaken. Laat de temperatuur van de mo-
tor dalen van heet naar lauw, alvorens de oliefilter te verwij-
deren.
• Plaats een geschikte opvangbak onder de filter.
• Draai de oliefilter los tegen de wijzers van de klok in om deze te
kunnen verwijderen.
• Breng een film schone motorolie aan op de pakking van de nieuwe
oliefilter.
• Installeer de nieuwe oliefilter door deze in de richting van de wijzers
van de klok te draaien totdat de pakking het montageoppervlak raakt.
Draai de oliefilter vast over 3/4 slag met hand.
• Controleer het olieniveau en laat de motor gedurende ongeveer 3 mi-
nuten draaien. Stop de motor en verifiëer of er geen olielekken zijn.
• Vul de motorolie bij om de daling van het olieniveau door de inhoud
van de oliefilter te compenseren.
U verifieert het olieniveau door de dop op de slang te plaatsen
zonder deze vast te draaien.
Een hete motor kan ernstige
17