BATTERIJEN OPLADEN NA LANGE INACTIVITEIT
Gevaar - Aandacht
Het is verboden om de robot op te laden in explosieve of ontvlambare omgevingen.
1. Voorzei de laadbasis van stroom, en controleer dat de
laadplaten schoon zijn.
2. Positioneer de robot in het laadstation, zonder hem in te
schakelen.
3. Controleer of de laadknoppen in contact staan met de
laadplaten, en dat de display het laadniveau van de batterij
toont.
4. Verwijder de robot uit het laadstation nadat hij helemaal is
opgeladen (ong. 6 uur).
5. Berg de robot op in een beschermde en droge plek, met
omgevingstemperatuur 10-20°C, die niet kan bereikt worden
door onbevoegden (kinderen, dieren, andere vreemde
voorwerpen, enz.).
Hierna zijn enkele aanwijzingen vermeld die in acht genomen moeten worden tijdens het gebruik van de robot:
-
ook nadat men zich degelijk heeft gedocumenteerd, moet men bij het eerste gebruik enkele bewegingen simuleren om de
belangrijkste commando's en functies te leren kennen;
-
controleer of de bevestigingsschroeven van de belangrijkste organen goed vastgedraaid zijn;
-
maai het gras frequent om een overdreven groei van het gras te voorkomen;
-
gebruik de robot niet om gras te maaien dat meer dan 1 cm (0.40 ") hoger is dan het snijmes. In geval van hoog gras, dient
men het snijmes omhoog te brengen en in de volgende dagen geleidelijk aan omlaag brengen;
-
als het gazon voorzien is van een automatische beregeningsinstallatie, moet men de robot zodanig programmeren dat hij
minstens 1 uur voor het begin van de beregening weer naar het herlaadstation gaat;
-
controleer de helling van het terrein en verzeker u ervan dat de maximaal toegestane waarden niet overschreden worden
zodat het gebruik van de robot geen gevaren veroorzaakt;
-
wij raden aan de robot zodanig te programmeren dat hij niet meer werkt dan noodzakelijk is, ook rekening houdende met de
verschillende groeiwijzen van het gras in de verschillende seizoenen, om de robot niet bloot te stellen aan nutteloze slijtage
en de duur van de batterijen niet uitermate te verkorten;
-
tijdens de werking van de grasmaairobot, om risico's voor de veiligheid te vermijden, dient men zich ervan te verzekeren dat
er in de werkzone geen personen (in het bijzonder kinderen, ouderen of mindervalieden) of huisdieren aanwezig zijn. Om dit
risico te voorkomen, raadt men aan de werking van de robot in geschikte tijdsperiodes te programmeren.
De constructeur garandeert niet de volledige compatibiliteit van de robot maaier en andere wireless systemen, zoals
afstandsbedieningen, radiozenders, akoestische apparaten, ondergrondse elektrische omheiningen voor dieren of soortgelijk.
SUGGESTIES VOOR HET GEBRUIK
31
10:30
NL
Gebruiksvoorschriften