Pagina 2
Het kenteken van de robot bevindt zich op het identificatieplaatje op het frontpaneel. Aan de hand van dit kenteken kan de commerciële benaming van de robot in de tabel onderaan de bladzijde teruggevonden worden. A032DE0 - Ambrogio robot L32 Deluxe...
ALGEMENE INFORMATIE DOEL VAN DE HANDLEIDING • Deze handleiding, die een integrerend deel is, van het toestel werd door de Fabrikant opgesteld om de nodige informatie te verschaffen aan de personen die toestemming hebben om met dit product te werken in de loop van zijn voorziene levensduur. •...
IDENTIFICATIE FABRIKANT EN TOESTEL Het afgebeelde identificatieplaatje bevindt zich direct op het toestel. IDENTIFICATIEPLAATJE Hierop zijn de referenties en alle aanwijzingen aangegeven die nodig zijn voor een veilig gebruik. (A) Identificatie fabrikant (C) Model Richt u tot het Assistentiecentrum van de Fabrikant of tot een van de geautoriseerde centra voor eender welke behoefte.
• Gebruik alleen originele onderdelen; het ontwerp van de robot mag niet veranderd worden, en de geïnstalleerde veiligheidsvoorzieningen mogen niet geforceerd, omzeild, geëlimineerd of verwijderd worden. De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af als niet-originele onderdelen worden gebruikt. Het niet nakomen van deze verplichting kan ernstige risico’s veroorzaken voor de veiligheid en de gezondheid van de personen.
Elke motor (mes en wielen) wordt tijdens de werking voortdurend gemonitoreerd voor alle situaties die tot oververhitting kunnen leiden. Indien er zich een overbelasting voordoet in de motor van de wielen, doet de robot enkele pogingen om in de tegenovergestelde richting te gaan. Als de overbelasting blijft, stopt de robot en wordt het defect gesignaleerd. Als de overbelasting zich in de motor van het snijmes voordoet, zijn er twee mogelijke reacties.
Frequenties Werkfrequentieband (Hz) 500 - 60000 Zender voor geleider robot Maximum vermogen met radiofrequentie (dBm) < 10 Werkfrequentieband (MHz) 2402 - 2480 Bluetooth Maximum vermogen met radiofrequentie (dBm) < 14 Werkfrequentieband (MHz) 850/900/1800/1900 Maximum vermogen met radiofrequentie (dBm) < 33 Uitrustingen / accessoires / functies Beheerde zones inclusief de hoofdzone...
INSTALLATIE VERPAKKING EN UITPAKKEN Het toestel wordt degelijk verpakt geleverd. Bij het uitpakken, moet men uiterst voorzichtig te werk gaan en de integriteit van de onderdelen nagaan. Waarschuwing - Verwittiging Houd de plastic film en de plastic zakjes buiten bereik van pasgeboren kinderen en kleine kinderen, gevaar op verstikking! Belangrijk Bewaar het verpakkingsmateriaal voor toekomstig gebruik.
Pagina 12
• Het herlaadstation moet goed aan de grond bevestigd zijn. Vermijd dat er zich voor de basis een drempel kan vormen, plaats eventueel een klein tapijtje van plastiek gras voor de ingang om de eventuele drempel te compenseren. Verwijder anders het gazon gedeeltelijk en plaats het herlaadstation direct op de hoogte van het gras.
DEFINITIE BAAN PERIMETRISCHE DRAAD Vooraleer de installatie van de perimetrische draad uit te voeren, moet men de hele oppervlakte van het gazon controleren. Evalueer eventuele wijzigingen aan het gazon of maatregelen die getroffen moeten worden tijdens de plaatsing van de perimetrische draad voor de goede werking van de robot.
PREDISPOSITIE SNELLE TERUGKEER VAN DE ROBOT NAAR HET HERLAADSTATION De snelle terugkeer is een bijzondere plaatsing van de perimetrische draad die de robot toestaat de terugkerende baan naar het herlaadstation korter te maken. Gebruik deze bijzondere plaatsing van de perimetrische draad enkel in tuinen waar de snelle terugkeer tot een effectieve verkorting van de baan leidt en met een lengte van de perimeter van meer dan 200mt.
VOORBEREIDING EN AFGRENZING WERKZONES Voorbereiding van het te maaien gazon 1. Controleer of het gazon dat gemaaid moet worden gelijkvormig is en zonder gaten, stenen of andere hindernissen. Indien dit niet zo is, moeten de nodige saneringswerken uitgevoerd worden. Indien het niet mogelijk is sommige hindernissen te verwijderen, moet men deze zones op geschikte wijze afgrenzen met de perimetrische draad.
Pagina 16
Afgrenzing werkzone 3. Controleer de hele oppervlakte van het gazon en evalueer of het nodig is deze in meerdere afzonderlijke werkzones te verdelen volgens de hierna beschreven criteria. Vooraleer de baan voor plaatsing van de perimetrische draad handelingen voor de installatie van de perimetrische draad aan te vangen, om deze gemakkelijk te kunnen uitvoeren, raadt min.
Pagina 17
4. Indien er binnen of buiten de werkzone een vloering aanwezig is of een straatje dat zich op hetzelfde niveau als het gazon bevindt, dient men de perimetrische draad op 5 cm (1,96 ") van de boord van de vloering te leggen. De robot zal net buiten het gazon gaan en al het gras zal gemaaid worden.
Pagina 18
Als binnen of buiten het werkgebied een zwembad, een meertje, een ravijn, een put, trappen of openbare wegen aanwezig zijn, moet de omtrekdraad op minstens 90 cm (35,43 “) gelegd worden. Om de omtrekdraad zo dicht mogelijk nabij de rand van het maaigebied te leggen, wordt aanbevolen om een moeilijk overschrijdbare omheining te voorzien, indien in de buurt van openbare zones, of een omheining van minstens 15cm in de andere gevallen.
INSTALLATIE PERIMETRISCHE DRAAD De perimetrische draad kan ondergronds of boven op het terrein geplaatst worden. Indien men over een machine beschikt voor het plaatsen van de draad, is het verkiesbaar deze ondergronds perimetrische draad te plaatsen om een betere bescherming van de draad zelf te garanderen.
Koppeling perimetrische draad. Gebruik een originele koppeling wanneer nog omtrekdraad noodzakelijk is om de installatie te beëindigen. Plaats elk uiteinde van de kabel in de koppeling, en controleer dat de kabels helemaal zijn ingevoerd zodat de uiteinden zichtbaar zijn aan de andere zijde. Druk, met behulp van een tang, de knop bovenaan helemaal in.
5. Bevestig de laadstation (N) aan het terrein met de spijkers (P). Bevestig de laadstation indien nodig met de expansieplugs (Q). spijkers (P) expansieplugs (Q) Laadstation (N) 6. Installeer de toevoereenheid (A). stroomtoevoereenheid (A) 7. Verbind de toevoerkabel (E) van de herlaadstation (N) aan de toevoereenheid (A).
AFSTELLINGEN AANBEVELINGEN VOOR DE AFSTELLINGEN Belangrijk De gebruiker moet de afstellingen volgens de in de handleiding beschreven instructies uitvoeren. Voer geen enkele regeling uit die niet uitdrukkelijk in de handleiding beschreven is. Eventuele buitengewone regelingen, die niet uitdrukkelijk in de handleiding aangegeven zijn, mogen enkel door het personeel van de Geautoriseerde Dienstcentra van de Fabrikant uitgevoerd worden.
GEBRUIK EN WERKING VERPLICHTINGEN VOOR HET GEBRUIK Belangrijk Bij het eerste gebruik van de robot wordt aanbevolen om de volledige handleiding door te lezen en om te controleren of alles, en vooral de informatie in verband met de veiligheid, werd begrepen. Gebruik de robot enkel voor het gebruik dat wordt voorzien door de constructeur, en forceer geen enkel mechanisme om andere prestaties te verkrijgen.
INBEDRIJFSTELLING De procedure van de inbedrijfstelling moet uitgevoerd worden bij de eerste inschakeling en na een lange periode van inactiviteit. • Controleer of het te maaien gras een hoogte heeft die compatibel is met de correcte werkting van de robot (zie Technische kenmerken).
GEBRUIK VAN DE ROBOT IN GESLOTEN GEBIEDEN, ZONDER LAADSTATION De start in de modaliteit Gesloten Gebied van de robot moet uitgevoerd worden om gesloten gebieden te maaien die zijn afgebakend door de omtrekdraad en zonder laadstation. Voorzichtig - Waarschuwing Stop de robot in veiligheidscondities (zie “Veilige stop van de robot”) en transporteer hem met behulp van de specifieke handgreep.
INSTELLING MENU – MODUS PROGRAMMERING Programmering robot Belangrijk Om de mogelijkheden van het product zo goed mogelijk te benutten, wordt aanbevolen om de robot te programmeren om alle dagen te werken. Indien meer dan één werkzone moet geprogrammeerd worden, wordt aanbevolen om in de programmering minstens twee werkperiodes te gebruiken om de maaifrequentie in de zones te vergroten.
Pagina 27
Model m² (ft²) 400 (4304') 10:00 14:00 A032DE0 800 (8608') 10:00 18:00 800 (8608') 10:00 17:00 A035BA0 1200 (12912') 09:00 18:00 800 (8608') 10:00 11:30 13:00 14:30 9035DE0 1200 (12912') 10:00 12:00 14:00 16:00 1800 (19418') 09:00 18:00 Terugkeer naar basis Instelling van de afstand van de robot tot de omtrekdraad tijdens de terugkeer naar het laadstation.
Werkprogramma Voor elke zone van de tuin moet het volgende ingesteld worden: Afmeting. Indicatieve afmeting in m van de werkzone. DIMENSION DISTANCE Afstand. Afstand die noodzakelijk is om de zone te bereiken door de omtrekdraad te volgen. Er wordt aanbevolen om als referentie de afstand in de helft van de werkzone te nemen, om er zeker van te zijn dat de robot DISTANCE WIRE DIRECTION...
VEILIG STOPPEN VAN DE ROBOT Tijdens het gebruik van de robot, kan het nodig zijn deze stil te zetten. Bij normale condities wordt de robot stopgezet met de toets “OFF”. In geval van gevaar of voor onderhoud, moet de robot in veilige omstandigheden stopgezet worden om te vermijden dat het mes ongewild opgestart wordt.
Weer in bedrijf stellen Vooraleer de robot weer in werking te zetten na een lange stilstand, moet men als volgt te werk gaan. 1. Plaats de stekker(A) aan het stopcontact. 2. Schakel de algemene elektrische toevoer weer aan. 3. Plaats de robot binnenin het herlaadstation. Stroomvoorzieningstoestel (A) 4.
SUGGESTIES VOOR HET GEBRUIK Hierna zijn enkele aanwijzingen vermeld die in acht genomen moeten worden tijdens het gebruik van de robot: ook nadat men zich degelijk heeft gedocumenteerd, moet men bij het eerste gebruik enkele bewegingen simuleren om de belangrijkste commando’s en functies te leren kennen; controleer of de bevestigingsschroeven van de belangrijkste organen goed vastgedraaid zijn;...
REINIGING ROBOT 1. Stop de robot in veilige omstandigheden (Zie “Veilig stoppen van de robot”). Waarschuwing - Verwittiging Gebruik beschermende handschoenen om snijgevaar aan de handen te voorkomen. 2. Reinig alle externe oppervlaktes van de robot met een spons bevochtigd met lauw water en neutrale zeep en goed uitgewrongen om het teveel aan water voor het gebruik te verwijderen.
DEFECTEN OPSPOREN DEFECTEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN De hierna weergegeven informatie heeft als doel te helpen bij het identificeren en corrigeren van eventuele afwijkingen en defecten die zich tijdens het gebruik kunnen voordoen. Sommige defecten kunnen door de gebruiker verholpen worden, andere vereisen een specifieke technische bevoegdheid of bijzondere kennis en mogen enkel uitgevoerd worden door gekwalificeerd personeel met erkende ervaring opgedaan in de specifieke sector.
Pagina 34
Probleem Oorzaken Oplossingen Verleng de werkuren van de robot (zie Onvoldoende werkuren “Programmeringswijze”) Stop de robot in veilige omstandigheden (Zie “Veilig stoppen van de robot”) Waarschuwing - Verwittiging Snijmes met incrustatie en/of resten Gebruik beschermende handschoenen om snijgevaar aan de handen te voorkomen. Reinig het snijmes De werkzone wordt niet volledig gemaaid...
Probleem Oorzaken Oplossingen Schakel de robot uit en opnieuw in. Indien het probleem aanhoudt, moet het Onherstelbare fout. dichtst bijzijnde erkende assistentiecentrum gecontacteerd worden. Vast oranje Controleer de correcte verbinding aan het Geen toevoerspanning Het led stopcontact van de toevoereenheid (C) brandt niet Laat de zekering door het meest nabije...
DE ROBOT AFDANKEN • Aan het einde van de levensduur van dit product, wordt het geclassificeerd als RAEE (afval van elektrische en elektronische toestellen); het is dus verboden het te lozen zowel als gewone huishoudelijke afval, als gemengde stedelijke afval (niet-gedifferentieerd) of als gescheiden stedelijke afval (gedifferentieerd). •...
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING ZUCCHETTI Centro Sistemi S.p.A. Via Lungarno 305/A Terranuova B.ni (AR) ITALY Verklaart onder haar eigen verantwoordelijkheid dat het product: Automatische grasmaairobot, met batterij, model A032DE0, A035BA0, 9035DE0, overeenstemt met de essentiële vereisten voor veiligheid, gezondheid en milieubescherming voorzien door de volgende richtlijnen van de Europese Unie: Richtlijn machines 2006/42/EG, richtlijn elektromagnetische compatibiliteit 2014/30/EU, richtlijn Radio (RED) 2014/53/EU, richtlijn RoHS 2011/65/EU, richtlijn RAEE 2012/19/EU, richtlijn geluidsemissies 2005/88/EG;...
ZCS; of schade aan een product dat is aangepast of gewijzigd zonder schriftelijke toestemming van ZCS. ZCS behoudt het exclusieve recht om het product of de onderdelen te herstellen of te vervangen (met een nieuw of onlangs gereviseerd product), of om, naar eigen goeddunken, de volledige terugbetaling van de aankoopprijs aan te bieden. Wanneer een terugbetaling wordt gedaan, dient het betreffende product geretourneerd te worden aan ZCS, en wordt het eigendom van ZCS.