Instelling tuin
10:30
Instelling werkzones
NL
A1
A2
A5
A6
10:30
⏎
Werkprogramma
DIMENSION
6000
mt
DISTANCE WIRE
DIRECTION
10
cm
10:30
⏎ ⏎
secundaire zone 2
(20%, 30MT, tegen de klok in)
richting tegen de klok in
Gebruiksvoorschriften
A3
A4
A7
A8
1
2
3
DISTANCE
375
4 5
6
mt
7
8
9
ECO MODE
OFF
0
hoofdzone
secundaire zone 1
(30%, 60MT, met de klok mee)
Richting met de klok mee
Instelling van de kenmerken van de zones van het maaigebied.
In de tuinen waar slechts één gebied aanwezig is, moet
alleszins minstens één zone ingesteld worden.
Het is mogelijk om tot 8 zones in te stellen.
Druk op de zone die moet geconfigureerd worden.
Om een zone te deactiveren, moet de afmeting ingesteld worden op 0 m
Voor elke zone van de tuin moet het volgende ingesteld worden:
-
Afmeting. Indicatieve afmeting in m
-
Afstand. Afstand die noodzakelijk is om de zone te bereiken door de
omtrekdraad te volgen. Er wordt aanbevolen om als referentie de afstand
in de helft van de werkzone te nemen, om er zeker van te zijn dat de robot
binnen de gewenste zone begint te maaien. Instelling waarde op 0 voor de
zone waar het laadstation is gepositioneerd.
-
Richting. De kortste richting om de werkzone te bereiken. De richting kan
"Rechtsom" of "Linksom" zijn. De robot verlaat het laadstation en volgt de
draad in de ingestelde richting.
-
Afstand Draad. Afstand van de robot tot de omtrekdraad om de werkzone
te bereiken. Stel 0 cm in in ingewikkelde tuinen met vele obstakels nabij
de omtrekdraad en/of met smalle doorgangen.
-
ECO Mode. Wanneer deze functie is geactiveerd en de robot detecteert
dat het gras al is gemaaid, wordt de tijdsduur van de werkcyclus in deze
zone verkort om de volgende opdracht te beginnen.
26
van de werkzone.
2
.
2