• Wees voorbereid op onverwachte spanning bij te testen toe-
stellen (bvb defecte apparaten). Condensatoren kunnen bij-
voorbeeld gevaarlijk zijn ion geladen toestand.
• Let op dat de meetsnoeren in goede staat zijn en dat ze geen
slechyte isolatie vertonen, geen onderbekingen hebben, enz...
• Er mogen geen metingen gemaakt worden met dit toestel in
electrische kringen met corona ontlading (hoogspanning)
• Speciale aandacht is geboden bij metingen in HF kringen. GE-
vaarlijke pulserende spanningen kunnen aanwezig zijn.
• Metingen in een stoffige omgeving zijn niet toegelaten.
• Wees er absoluut zeker van dat de meetbereiken niet overbe-
last worden buiten de toegelaten grenzen. De grenswaarden
zijn opgenomen in hoofdstuk 8, "Technische kenmerken", in
het gedeelte "Meetfuncties en meetbereiken" in de "overlast
capaciteit" kolom.
• De multimeter mag enkel gebruikt worden met geïnstalleerde batte-
rijen of herlaadbare batterijen. Gevaarlijke spanningen en stromen
worden anders niet aangeduid waardoor het toestel kan beschadigd
worden.
• Het toestel mag niet gebruikt worden wanneer het deksel van
de batterijhouder of het zekeringsdeksel is geopend, of wan-
neer de behuizing is geopend.
• De ingang voor het stroommeetbereik is uitgerust met een ze-
keringdetectie (uitgezonderd: METRAHIT Base).
De maximum toegelaten spanning voor de meetkring (=max
spanning van de zekering) is 1000 V AC/DC.
Gebruik enkele de gespecifiëerde zekeringen (zie pagina 59)!
De zekering moet een onderbrekingscapaciteit hebben van ten
minste 30 kA.
GMC-I Messtechnik GmbH
Het apparaat openen/ reparatie
Om er voor te zorgen dat dit apparaat feilloos en veilig blijft wer-
ken en de garantie behouden blijft, mag het apparaat uitsluitend
door bevoegde en vakkundige personen worden geopend.
Ook originele onderdelen mogen uitsluitend worden ingebouwd
door bevoegde en vakkundige personen.
Indien geconstateerd wordt dat het apparaat is geopend door niet
bevoegde personen, zal de fabrikant geen enkele aanspraken op
garantie met btrekking tot persoonlijke veiligheid, meetonnauw-
keurigheid, conformiteit met de geldende veiligheidsmaatregelen
of gevolgschade in welke vorm dan ook verlenen.
Herstellingen en onderdelen vervangen
Wanneer het toestel wordt geopend kunnen spanningsvoerende
delen worden blootgesteld. Het toestel moet losgekoppeld wor-
den van de meetkring alvorens de herstelling of vervanging van
onderdelen uit te voeren. Indien herstelling nodig is van een wer-
kend open toestel, dan mag dit enkel door getrainde technici ge-
beuren die bewust zijn van de mogelijke gevaren.
Defekten en ongewone breuken
Indien vastgesteld wordt dat het toestel niet langer op een veilige
manier kan functioneren, dan dient het uit dienst te worden geno-
men er er voor te zorgen dat het niet meer ongewild kan gebruikt
worden.
Een veilige werking kan niet indien:
• het toestel visuele schade vertoond
• het toestel niet meer werkt, of een slechte werking vertoond
• het toestel langdurig onder slechte omstandigheden werd be-
waard zoals in een vochtige, stoffige of extreme temperatuursom-
standig-heden (zie "Omgevingsvoorwaarden" op pagina 60).
Veiligheidsvoorschriften
9