4
Transport
OPGELET!
De warmtepomp mag bij het transport max. 45° worden gekanteld (in
iedere richting).
De pomp dient op een transportpallet naar de montageplaats te
worden getransporteerd. Het basistoestel biedt enerzijds de
transportmogelijkheid met een handpalletwagen, steekwagen
o.i.d. of door middel van 3/4" buizen, die door openingen in de
grondplaat of in het frame geleid worden.
5
Opstelling
5.1 Algemeen
Het apparaat dient op een permanent effen, glad en horizontaal
oppervlak te worden geplaatst. Daarbij moet het frame rondom
dicht bij de grond liggen om een passende geluidsisolatie te
garanderen en volledig afkoelen van de watervoerende delen te
voorkomen. Is dat niet het geval, kunnen extra geluiddempende
maatregelen noodzakelijk zijn. Verder moet de warmtepomp
dusdanig opgesteld worden, dat de luchtuitstromingsrichting van
de ventilator dwars op de hoofdwindrichting staat om vlot
ontdooien van de verdamper mogelijk te maken. Het apparaat is
ontworpen
voor
gelijkvloerse
omstandigheden (bijv. montage op platform, vlak dak, ...) of een
verhoogd kantelgevaar (bijv. onbeschermde plaats, hoge
windbelasting, ...) moet een extra kantelbeveiliging worden
aangebracht. De verantwoordelijkheid voor de opstelling van de
warmtepomp ligt bij het vakbedrijf dat de installatie aanlegt.
Hierbij moet rekening worden gehouden met de plaatselijke
omstandigheden zoals bouwvoorschriften, statische belasting
van het bouwwerk, windbelastingen etc.
Onderhoudswerkzaamheden moeten zonder problemen kunnen
worden uitgevoerd. Dit is gewaarborgd, indien de hieronder
vermelde afstand wordt aangehouden.
www.dimplex.de
opstelling.
Bij
afwijkende
452163.66.36 · FD 9205
De aangegeven maten gelden alleen bij individuele plaatsing.
OPGELET!
De aanzuig- en uitblaaszone mag niet beperkt of geblokkeerd worden.
OPGELET!
De landelijke bouwvoorschriften in acht nemen!
OPGELET!
Bij opstelling in de buurt van de wand moeten gebouwtechnische
invloeden in acht genomen worden. In het uitblaasveld van de ventilator
mogen geen ramen of deuren aanwezig zijn.
OPGELET!
Bij opstelling in de buurt van de wand kan zich door de luchtstroming in
de aanzuig- en uitblaaszone meer vuil opeenhopen. De koelere
buitenlucht moet zo worden uitgeblazen dat bij aangrenzend verwarmde
ruimtes het warmteverlies niet verhoogd wordt.
OPGELET!
Opstelling in kommen of binnenplaatsen is niet toegestaan, omdat de
afgekoelde lucht zich boven de grond verzamelt en bij langere werking
weer door de warmtepomp wordt aangezogen.
LA 6TU
NL-5