In
beide
gevallen
moet
kamertemperatuur zijn. Het is raadzaam de warmtewisselaar
tegen de normale doorstroomrichting in uit te spoelen.
Om te voorkomen dat zuurhoudend reinigingsmiddel in de
kringloop van de verwarmingsinstallatie terechtkomt, raden wij
aan het spoelapparaat direct op de voorloop en retour van de
condensor van de warmtepomp aan te sluiten.
Daarna moet er met geschikte, neutraliserende middelen
nogmaals grondig gespoeld worden, zodat beschadigingen door
eventueel
in
het
systeem
reinigingsmiddel worden voorkomen.
De
zuren
moeten
voorzichtig
desbetreffende voorschriften moeten in acht genomen worden.
In geval van twijfel moet met de fabrikant van het
reinigingsmiddel worden overlegd!
8.3 Reiniging luchtzijde
De verdamper, ventilator en condenswaterafvoer moeten voor
het begin van het stookseizoen worden gereinigd (bladeren,
twijgen etc. verwijderen). Daartoe moet de warmtepomp, als in
Hoofdstuk 6.1 beschreven, worden geopend.
OPGELET!
Alvorens het toestel te openen, dienen alle stroomkringen vrij van
spanning te zijn.
Gebruik voor het schoonmaken geen scherpe of harde
voorwerpen, om de verdamper en de condenswaterbak niet te
beschadigen.
Bij extreme weersomstandigheden (bv. sneeuwverstuivingen)
kan sporadisch ijsvorming aan de aanzuig- en uitblaaszones
voorkomen. Verwijder in dergelijke gevallen ijs en sneeuw bij de
aanzuig- en uitblaaszones, om het minimale luchtdebiet te
waarborgen.
Om een probleemloze afvloeiing uit de condenswaterbak te
waarborgen, moet deze regelmatig gecontroleerd en eventueel
gereinigd worden.
www.dimplex.de
de
reinigingsvloeistof
op
achtergebleven
resten
worden
gebruikt
en
de
452163.66.36 · FD 9205
9
Storingen /
storingsdiagnose
Deze warmtepomp is een kwaliteitsproduct dat storingsvrij dient
te werken. Als er toch een keer een storing optreedt, wordt dit op
het display van de warmtepompmanager weergegeven. Zie
hiervoor de pagina "Storingen en Storingsdiagnose" in de
gebruiksaanwijzing van de warmtepompmanager. Kunt u de
storing niet zelf verhelpen, waarschuw dan de bevoegde service.
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp mogen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige service worden uitgevoerd.
10 Buitenbedrijfstelling /
verwijdering
afvalstoffen
Alvorens de warmtepomp te demonteren, dient de machine
spanningsvrij en dienen alle kleppen afgesloten te zijn. De
warmtepomp moet door vakpersoneel worden gedemonteerd.
Milieurelevante eisen m.b.t. terugwinning, recyclage en afvoer
van afvalstoffen en componenten volgens de gebruikelijke
normen dienen te worden nageleefd. Dit geldt in het bijzonder
voor het vakkundig verwijderen van het koelmiddel en de
koelolie.
LA 6TU
NL-9