Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Storingen Met Melding Verhelpen - Biddle NOZ2 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor NOZ2:
Inhoudsopgave

Advertenties

S
TORINGEN
5.3

Storingen met melding verhelpen

C
W
ODE
AARSCHIJNLIJKE OORZAAK
E1
Het bedieningspaneel heeft geen com-
municatie met één of meerdere aange-
sloten toestellen.
Deze storing kan optreden:
• als een aangesloten toestel is verwij-
derd of vervangen,
• door een korte storing in de voeding
van een aangesloten toestel,
• door onjuiste bekabeling,
• door een defect.
E2
Er zijn toestellen aangesloten met een
nl
niet toegestane of onbekende toestel-
code, of een niet toegestane combina-
tie van toesteltypes.
De software van het bedieningspaneel
is verouderd.
Het bedieningspaneel heeft wel span-
ning, maar geen communicatie met enig
toestel.
E6
Bij modellen met waterverwarming:
Er is vorstgevaar door een te lage uit-
blaastemperatuur. De vorstbeveiliging is
in werking.
Door bevriezing kan schade aan
de warmtewisselaar ontstaan.
E7
Ventilatorfout.
nl-66
Bij modellen met b-touch bedieningspaneel: Probeer storin-
gen die gepaard gaan met een storingsmelding te verhelpen aan de
hand van de storingstabel. Hiervoor is technische deskundigheid
noodzakelijk.
W
AT TE DOEN
1. Controleer of alle aangesloten toestellen zijn voorzien
van netvoeding.
2. Controleer of de afsluitplug op aansluiting X535 van het
laatste aangesloten toestel aanwezig is.
3. Controleer de besturingskabels:
• zijn ze juist aangesloten en breukvrij?
• zijn ze gestrekt gelegd of bifilair opgerold?
• zijn ze afgeschermd van magnetische velden?
4. Controleer de zekeringen.
5. Controleer de bedrading tussen het bedieningspaneel en
aansluitingen X530 en X535 en X60 in het toestel.
6. Reset het systeem als de storingsmelding niet automa-
tisch verdwijnt.
Controleer en vergelijk de toesteltypes op het typeplaatje.
De toestellen moeten eenzelfde batterijtype hebben en bij
voorkeur dezelfde capaciteit.
Controleer het versienummer van de software via
menu > Onderhoud >
Status.
1. Controleer de besturingskabels:
• zijn ze goed aangesloten en breukvrij?
• zijn ze gestrekt gelegd of bifilair opgerold?
• zijn ze afgeschermd van magnetische velden?
1. Wis de storingsmelding.
2. Zorg ervoor dat de temperatuur in de ruimte hoger
wordt dan 8 ºC.
3. Volg de instructies bij storingscode F3
U kunt deze storing voorkomen, door bij vorstgevaar de
CV-installatie door het toestel in te laten schakelen (Functie
61. Functie van uitgangen
op
1. Wis de storingsmelding
2. Controleer de ventilatoren. Als één of meerdere ventila-
toren niet werken, controleer dan:
• de bedrading op de ventilator;
• de aansluitingen op de besturingsprint (X344);
• de zekering van de transformator;
• de transformator zelf.
Als deze goed zijn: vervang de ventilator.
L
UCHTVERWARMER
Verwarming
aan).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave