Herstellen van defecten
1. CDI-eenheid
2. Geel snoer
DMU29742
De oliepeilwaarschuwing wordt
geactiveerd
Als het oliepeil te laag is, gaat het rode seg-
ment van het oliepeillampje branden, weer-
klinkt de zoemer en wordt het motortoerental
beperkt tot ongeveer 2000 omw/min. Als dat
gebeurt, kan er een reservehoeveelheid olie
worden overgepompt van de losse olietank
naar de motorolietank met behulp van de
noodschakelaar.
DWM01050
WAARSCHUWING
Zet de motor af alvorens die procedure
toe te passen.
DCM00901
OPGELET
Als de noodschakelaar te lang omhoog
●
wordt gehouden, wordt er te veel olie in
de motorolietank gepompt zodat die
overloopt. Laat de schakelaar los wan-
neer de olie de bovenmarkering op de
motorolietank bereikt.
Gebruik de noodprocedure allen als de
●
waarschuwingslampen voor het olie-
peil werken.
1.
Verwijder de motorkap.
85
1
2
ZMU03924
2.
Schakel de hoofdschakelaar in.
OFF
3.
Duw de noodschakelaar naar boven om
reserveolie van de losse olietank naar
de motorolietank over te pompen.
1. Noodschakelaar
1
1. Motorolietank
2. Losse olietank
4.
Na het gebruik van de noodschakelaar,
zet u de hoofdschakelaar op off en ver-
ON START
ZMU01906
1
ZMU03925
2
ZMU01908