3.18. Fan Boost (Boost ventilator)
De maximale snelheid van de ventilatoren is gewoonlijk ingesteld op de nominale waarde. Wanneer Boost Ventilator is
ingeschakeld, wordt de maximumsnelheid van alle ventilatoren verhoogd. De manier waarop de boost met modulatie op
de reeks ventilatoren kan worden toegepast zijn:
•
Fan Boost – Fixed (Boost ventilator – Vast)
De bovengrens van het modulatiebereik van de ventilatoren wordt verhoogd, onafhankelijk van de bedrijfsstatus
van het apparaat. Deze boostmodus voor de ventilatoren is beschikbaar voor zowel de koelmodus als de
warmtepompmodus.
•
Fan Boost – Automatic (Boost ventilator – Automatisch)
De maximale snelheid van de ventilator wordt alleen onder bepaalde omstandigheden verhoogd, om de
condensatiedruk in kritieke bedrijfsomstandigheden te verlagen. Dit is de reden dat de automatische modus van
de optie Boost ventilator alleen beschikbaar is in de koelmodus.
De boostmodus voor de ventilator kan worden geselecteerd via parameter [15.01].
Page
Parameter
[15]
01
(Fan Boost)
Customer
Configuration
Het pad in de web HMI-interface voor Boost ventilator is "Main Menu → Commission Unit → Options → Fan Boost".
3.19. IO Ext Module
Voor opties zoals Vraagbegrenzing, VPF, LWT Reset, Dubbel setpoint en Stille modus moet een IO-uitbreidingsmodule in
het apparaat worden geïntegreerd. Om de UC in staat te stellen correct met deze andere module te communiceren en een
communicatiestoring te herkennen, moet parameter [15.02[ worden ingesteld zoals hierboven getoond.
Page
Parameter
[15]
02
(IO Ext Module)
Customer
Configuration
(Klantconfiguratie)
Het pad in de web HMI-interface voor IO Ext Module is "Main Menu → Commission Unit → Options → IO Ext
Module".
3.20. Costant Heating Capacity (Constante verwarmingscapaciteit)
Deze functie heeft als doel de door de machine geleverde warmtecapaciteit onveranderd te houden als de
omgevingstemperatuur daalt. Dit doel wordt bereikt door het verhogen van de maximale snelheid van de compressor, die
door de UC automatisch wordt geregeld op basis van de omgevingstemperatuur, wat een onmiddellijke verhoging van de
thermische capaciteit waarborgt. De functie voor Constante verwarming kan worden geactiveerd via parameter [15.06]
van HMI.
Pagina
Parameter
[15]
06
(Costant Heating)
Customer
Configuration
(Klantconfiguratie)
Het pad in de web HMI-interface voor Constante verwarmingscapaciteit is "Main Menu → Commission Unit →
Options → Costant Heating".
3.21. Domestic Hot Water (Sanitair warm water)
Deze functie kan worden gebruikt om de normale werking van het apparaat af te wisselen met het genereren van sanitair
warm water. Tijdens "DHW"-bedrijf wordt de eenheid gestopt, wordt het watercircuit omgeleid door een 3WV en, wordt het
apparaat opnieuw gestart om een tank op te warmen, waarin het sanitair warm water zich bevindt, totdat de ingestelde
temperatuur wordt bereikt. Op dit punt gaat het apparaat weer in normaal bedrijf.
Voor deze functie is de juiste configuratie van de installatie en de instellingen van het apparat nodig, raadpleeg de
specifieke documentatie.
D-EOMHP01405-21_04NL 24/38
Bereik
Beschrijving
0-2
0 = Ventilator niet versterkt
1 = Ventilator versterkt - Vast
2 = Ventilator verstrekt - Automatische
modus
Bereik
Beschrijving
0-1
Off
=
(Off-On)
uitgeschakeld
On
=
uitgeschakeld
Bereik
Beschrijving
0-1
Off = constante verwarmingscapaciteit
(Off-On)
uitgeschakeld
1 = constante verwarmingscapaciteit
ingeschakeld
R/W
W
R/W
Uitbreidingsmodule
W
Uitbreidingsmodule
R/W
W
Psw
1
Psw
1
Psw
1