Inhoudsopgave
Advertenties
10. LOKALE INSTELLING
VOORZORGSMAATREGELEN
Voordat de instellingen ter plaatse worden uitgevoerd, moeten de onderdelen worden gecontroleerd die zijn vermeld bij
hoofdstuk 2 "1. Items die moeten worden gecontroleerd nadat het installatiewerk is voltooid" op pagina 5.
• Controleer of de installatie en leidingen van de airconditioners volledig en correct zijn afgewerkt.
• Controleer of de deksels van de schakelkast van de airconditioner gesloten zijn.
Nadat de stroomtoevoer is ingeschakeld, dient overeenkomstig de installatiestatus de instelling van de
afstandsbediening ter plaatse te worden ingesteld.
• Voer de instelling door de 3 waarden, "Functienr.", "EERSTE CODENR." en "TWEEDE CODENR." in te stellen.
De instellingen aangegeven door "
• De methode voor de instelprocedure en bediening wordt aangeduid in de installatiehandleiding die is meegeleverd met de
afstandsbediening.
(Opmerking)
Hoewel de instelling van de mogelijkheid "Functienr." als groep is uitgevoerd, moet u, wanneer u van plan bent
de individuele instellingen voor elke binnenunit uit te voeren of dit te bevestigen nadat de instelling is
uitgevoerd, moet de instelling met behulp van Functienr. worden uitgevoerd zoals in de parenthesis ( ) is
aangegeven.
• Voer geen andere instellingen uit dan in de tabel worden weergegeven.
10-1 INSTELLING VAN DE PLAFONDHOOGTE
• Stel het TWEEDE CODENR. in overeenkomstig de plafondhoogte, zoals aangeduid in Tabel 3.
Tabel 3
Instelling
Standaard
Hoog plafond 1
Hoog plafond 2
10-2 INSTELLING FILTERAANDUIDING
• Op de afstandsbediening wordt een melding uitgegeven omtrent de luchtfilterreinigingstijd.
• Stel het TWEEDE CODENR. in Tabel 4 in overeenkomstig de hoeveelheid stof of vervuiling in de kamer.
• Hoewel de binnenunit is voorzien van een filter met een lange levensduur, is het noodzakelijk om het filter, om verstopping van
het filter te voorkomen, periodiek te reinigen. Leg dit a.u.b. ook uit aan de klant.
• De periodieke filterreinigingstijd kan afhankelijk van de omgeving korter worden.
Tabel 4
Vervuiling
Normaal
Sterker vervuild
Met aanduiding
Geen aanduiding*
* Gebruik de instelling "Geen aanduiding" wanneer de reinigingsaanduiding niet noodzakelijke is omdat het filter periodiek
wordt gereinigd.
10-3 INSTELLING RICHTING VAN LUCHTAFVOER
• Stel bij het wijzigen van de luchtafvoerinstelling (2-wegs- of 3-wegsafvoer) TWEEDE CODENR. in volgens Tabel 5.
Tabel 5
Instelling
4-weg luchtafvoer
3-weg luchtafvoer
2-weg luchtafvoer
30
" in de tabel duiden deze aan bij het verlaten van de fabriek.
Plafondhoogte (m)
FUA71AVEB9
FUA100~125AVEB9
2,7 of minder
3,2 of minder
2,7 - 3,0
3,2 - 3,6
3,0 - 3,5
3,6 - 4,0
Filteruren
(type lange
levensduur)
Ca. 2500 uur
Ca. 1250 uur
Functienr.
13 (23)
Functienr.
CODENR.
13 (23)
EERSTE
Functienr.
CODENR.
0
10 (20)
3
EERSTE CODENR.
1
EERSTE
TWEEDE
CODENR.
01
0
02
03
TWEEDE
CODENR.
01
02
01
02
TWEEDE CODENR.
01
02
03
Nederlands
Advertenties
Inhoudsopgave
