• Wanneer het bovenstaande niet aanwezig is, moet het onderstaande in acht worden genomen.
(Abnormaal verwarmen kan optreden als de bedrading niet goed vastzit.)
Verbinding van 2
bedradingen van dezelfde
grootte moeten aan beide
zijden worden uitgevoerd.
• Gebruik de vereiste bedrading, sluit stevig aan en bevestig de bedrading zodat er geen externe kracht
wordt uitgeoefend op de aansluitingen.
• Gebruik een geschikte schroevendraaier voor het vastdraaien van de aansluitschroeven.
Wanneer een verkeerde schroevendraaier wordt gebruikt, kan de schroefkop beschadigd raken en kan
de schroef niet goed vast worden gedraaid.
• Wanneer een aansluiting te vast wordt vastgedraaid, kan deze beschadigd raken.
Raadpleeg onderstaande tabel voor het aanhaalmoment van de aansluitingen.
Klemmenblok voor bedrading afstandsbediening
Klemmenblok voor de transmissiebedrading
Aardklem
• Ga niet solderen bij het gebruik van bedrading met meerdere draden.
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR REPARATIE VAN HET DEKSEL
• Repareer de afdekking in geval deze voor het doorvoeren van leidingen is afgeknipt en wordt gebruikt als
bedrading voor het doorvoergat nadat de draadverbinding is voltooid.
• Knip het afdichtingsmateriaal (klein) (9) in twee stukken en wikkel elk stuk afdichtingsmateriaal om de
bedrading. (Zie Afb. 39)
• Dicht de vrije ruimte rondom de bedrading met stopverf en isolatiemateriaal (niet meegeleverd).
(Wanneer insecten en kleine dieren in de binnenunit terechtkomen, kan dit kortsluiting in de schakeldoos
veroorzaken.)
• Wanneer de bedrading voor lage spanning (bedrading voor afstandsbediening) en de bedrading voor
hoge spanning (transmissiebedrading, aardleider) vanaf dezelfde plaats bij de binnenunit binnenkomen,
kan elektrische ruis (ruis van buitenaf) ontstaan, waardoor storingen worden veroorzaakt.
• Houd een afstand van meer dan 50 mm aan tussen de lagespanning-bedrading (bedrading van de
afstandsbediening) en de hogespanning-bedrading (besturingsbedrading en aardingsbedrading) op alle
plaatsen buiten de binnenunit. Als beide bedradingen naast elkaar worden gelegd, kunnen ze worden
beïnvloed door elektrische ruis (lawaai van buitenaf) en een defect of storing veroorzaken.
WAARSCHUWING
Leg de draden tijdens het bedraden zodanig dat het deksel van de schakeldoos op een veilige manier kan
worden afgesloten.
Wanneer het deksel van de schakeldoos niet goed vastzit, kan de bedrading onder water komen te staan
of tussen de doos en het deksel vast komen te zitten en een elektrische schok of brand het gevolg kan zijn.
24
Verbinding van 2
bedradingen aan één
zijde is verboden.
Afb. 38
Dicht met stopverf
en isolatiemateriaal.
Afdichtingsmateriaal
(klein) (9)
Bedrading voor
afstandsbediening
Transmissiebedrading/
Aardingsbedrading
Afb. 39
Verbinding van bedrading
aan verschillende zijden
is verboden.
Aanhaalmoment (N · m)
0,88 ± 0,08
1,47 ± 0,14
1,47 ± 0,14
Nederlands