en in gebruik worden genomen. Porsche raadt
aan de hulp van een gecertificeerde Porsche-ser-
vicedealer in te roepen.
–
De elektrische installatie moet, voor zover tech-
nisch mogelijk en wettelijk toegestaan, zo zijn
gedimensioneerd dat het maximale nominale
vermogen van het gebruikte stopcontact continu
voor het laden van het voertuig kan worden ge-
bruikt.
–
Controleer vóór de installatie of met de aanwe-
zige huisinstallatie het extra benodigde vermo-
gen kan worden geleverd om een voertuig con-
tinu op te laden. Beveilig de huisinstallatie bij-
voorbeeld met een energiebeheersysteem.
–
Gebruik de lader bij voorkeur met geaarde net-
voeding. De aardingsdraad moet volgens de
voorschriften zijn geïnstalleerd.
–
Neem contact op met een gekwalificeerde elek-
tricien als er sprake is van onduidelijkheden of
twijfel m.b.t. de huisinstallatie. Porsche raadt aan
de hulp van een gecertificeerde Porsche-service-
dealer in te roepen.
–
Neem contact op met een Porsche-dealer als de
lader in combinatie met een fotovoltaïsch sys-
teem zal worden gebruikt.
–
Om het vermogen van de lader optimaal te be-
nutten en het voertuig snel te kunnen opladen,
moet u NEMA-stopcontacten voor netstekkers
met een zo hoog mogelijke nominale stroom-
sterkte of industriële stopcontacten conform IEC
60309 gebruiken.
–
Bij het laden van de hoogspanningsaccu via een
huishoudelijk stopcontact/industriestopcontact
kan de elektrische installatie tot aan de maxi-
male capaciteit worden belast. Porsche raadt
aan om de elektro-installaties die voor het laden
worden gebruikt, regelmatig door een gekwalifi-
ceerde elektricien te laten controleren. Vraag een
elektricien welke inspectievervaldatums bij uw
installatie zinvol zijn. Porsche raadt aan de hulp
van een gecertificeerde Porsche-servicedealer in
te roepen.
–
Om oververhitting van de elektrische installatie
te voorkomen, is de laadstroom bij standaard
stopcontacten automatisch begrensd. Laat het
apparaat door een gekwalificeerde elektromon-
teur in bedrijf stellen en laat hem ook de laad-
stroombegrenzing aan de huisinstallatie aanpas-
sen.
g Hoofdstuk „Laadstroombegrenzing" op pa-
gina 21 volgen.
Beoogd gebruik
Lader met ingebouwde aansturing en bescherming
voor het volgens modus 2 opladen van voertuigen
met een hoogspanningsaccu, die aan de algemeen
geldende normen en richtlijnen voor elektrische voer-
tuigen voldoen.
e
Gebruik altijd de apparaatversie die past bij het
regionale elektriciteitsnet.
g Hoofdstuk „Technische gegevens" op pa-
gina 35 volgen.
De lader mag alleen in combinatie met de netkabel,
de bedieningseenheid en de voertuigkabel worden
gebruikt.
De lader is geschikt voor buitengebruik.
b Noorwegen:
Mobiele laders mogen alleen voor incidenteel laden
gebruikt worden. Voor de vermelde oplaadpunten is
een vaste installatie door een elektromonteur vereist.
Leverpakket
Afb. 1: Leverpakket
A Netsnoer (vervangbaar op bedieningseenheid)
B Netstekker voor aansluiting op het electriciteitsnet
C Bedieningseenheid
D Voertuig-laadstekker (aansluitstekker voor het
voertuig)
E Voertuigkabel (landspecifiek: vervangvaar of aan
de bedieningseenheid bevestigd)
F Brief met toegangsgegevens
Informatie
Optionele onderdelen: Landspecifiek zijn verschil-
lende wandhouders voor de lader beschikbaar, b.v. de
muurbeugel Basis of het laaddock.
Leverpakket
5