3. Herhaal de PIN en bevestig deze.
Het activeren van het PIN-verzoek wordt
bevestigd.
Deze pincode invoeren om de lader te ont-
grendelen.
Gastpincode activeren
Tevens kan een gastpincode voor een andere gebrui-
ker worden aangemaakt:
e
De werkwijze is hetzelfde als bij de pinuitgifte
voor de apparatenbeveiliging.
Informatie
De lader kan niet worden geconfigureerd door een
gastgebruiker.
Energieverbruik regelen
De stand-bymodus activeren om stroom te besparen.
De stand-bymodus wordt gestart zodra het laadpro-
ces is afgesloten.
e
Functie Slaapstand activeren.
Het apparaat heeft enige tijd nodig om de stand-
bymodus te verlaten en de gereedheid te her-
stellen.
Informatie
Na lange tijd niet gebruiken schakelt de lader auto-
matisch over op stand-by: In een eerste stap wor-
den de helderheid van de apparaatdisplay verlaagd,
daarna wordt de apparaatdisplay uitgeschakeld. Druk
voor opnieuw in gebruik nemen op de aan-/uitknop.
Geef taal en land aan
Veld
Verklaring
Taal
Selectie van de taal
voor de webtoepassing.
Land
Het land van de ge-
bruikslocatie. De confi-
guratie-instellingen zijn
landspecifiek. Als de
opgave van de fei-
telijke gebruikslocatie
afwijkt zijn mogelijk
niet alle instellingen be-
schikbaar.
Geef datum en tijd aan
Veld
Verklaring
Datum en tijd
Bij een netwerkverbin-
ding worden datum en
tijd automatisch over-
genomen.
Tijdzone: kan handma-
tig worden geselec-
teerd.
Tijd instellen: Geef een
tijd aan als de netwerk-
tijd niet als referentie
beschikbaar is.
Eenheden
Selecteer de parameters en eenheden die gebruikt
moeten worden voor het apparaat.
Apparaatdisplay
Deze instelling bepaalt de helderheid van de display
van de lader.
Opladen
Netstatus
Deze instelling is alleen zichtbaar voor de gebruiker
Klantenservice. De hier weergegeven informatie over
de netstatus wordt automatisch herkend door het
apparaat.
Weergave
Verklaring
Netfases
Aantal fases van de
netkabel.
Kabeltype
Type oplaadkabel. Het
kabeltype levert be-
langrijke informatie
voor de instelling
van de maximale laad-
stroom.
Beperkte werking
Het cijfer geeft aan
welke sensoren in het
oplaadvermogen door
oververhitting verslech-
terd zijn:
–
0: Oververhitting
microcontroller
–
1: Oververhitting
relais
–
2: Interne overver-
hitting
Bedienen
27