Webapplicatie bedienen
Webtoepassing oproepen
Verbinding maken met de lader
Als de lader bij het instellen in uw bestaande thuis-
netwerk (wifi of Powerline Communication) is geïnte-
greerd, dan kan de webtoepassing worden opgeroe-
pen via het verstrekte IP-adres.
Voor informatie over het tot stand brengen van net-
werkverbindingen g Hoofdstuk „Verbindingen" op pa-
gina 24 volgen..
Webtoepassing via wifi oproepen
b Eindapparaat en lader zitten op hetzelfde wifi-
netwerk.
1. Browser oproepen.
2. In de adresregel van de browser: voer het IP-
adres in dat bij de configuratie is verstrekt (on-
e Netwerken e Netwerkin-
der Instellingen
formatie op de lader) of de hostnaam van de
lader (staat in de brief met toegangsgegevens).
Webtoepassing via Powerline Communication op-
roepen
b Eindapparaat en lader bevinden zich via een PLC-
verbinding in hetzelfde netwerk.
1. Browser oproepen.
2. In de adresregel van de browser: voer het IP-
adres in dat bij de configuratie werd verstrekt
e Netwerken e Net-
(onder Instellingen
werkinformatie op de lader).
Webtoepassing via hotspot oproepen
Eventueel kan er ook verbinding worden gemaakt via
een hotspot. De lader biedt een draadloos toegangs-
punt (hotspot) dat beschermd is met een wacht-
woord en een handmatige aanmelding vereist. Een
eindapparaat met wifi-functie kan verbinding maken
met de hotspot om toegang te krijgen tot de webtoe-
passing van de lader. Koppelen aan het thuisnetwerk
kan op elk moment plaatsvinden in de webtoepas-
sing.
b Lader is ingeschakeld. De lader opent automa-
tisch zijn wifi-hotspot.
1. Bij het eindapparaat het netwerk- of wifi-picto-
gram oproepen in de informatiebalk.
2. Selecteer het wifi-netwerk in de lijst. De naam
van het wifi-netwerk komt overeen met de SSID
in de brief met de toegangsgegevens en wordt
weergegeven als ICCPD-#######.
3. Selecteer de knop Verbinden.
4. Voer de netwerksleutel in het veld Beveiligings-
sleutel in (deze is in de brief met toegangsgege-
vens aangeduid als Wifi PSK).
De verbinding met het wifi-netwerk wordt
tot stand gebracht.
Opmerking: Voor het besturingssysteem
Windows 10 wordt eerst de pincode van
de router gevraagd. Selecteer de link Verbin-
ding in plaats daarvan met gebruikmaking
van een netwerkbeveilingssleutel en voer
vervolgens de sleutel in.
5. Browser oproepen.
6. Voer het volgende IP-adres in op de adresbalk
van de browser: 192.168.0.1.
Informatie
Als het eindapparaat zich in een thuisnetwerk
bevindt, heeft het geen toegang meer tot de
webtoepassing via het IP-adres van de hotspot
(192.168.0.1), maar alleen via het automatisch uit-
gegeven IP-adres of de hostnaam van de lader.
−
Bestaande items van het IP-adres:
De webtoepassing: Onderhoud e Apparaat-
−
informatie
e Netwerken e Net-
−
Lader: Instellingen
werkinformatie
−
Bestaande items van de hostnaam:
−
Brief met toegangsgegevens
De webtoepassing: Onderhoud e Apparaat-
−
informatie
Doorsturen naar de webtoepassing
Informatie
Afhankelijk van de gebruikte browser wordt de web-
toepassing niet onmiddellijk geopend, maar wordt
deze eerst weergegeven als een aanwijzing bij de
veiligheidsinstellingen van de browser.
1. Selecteer Geavanceerd in de weergegeven waar-
schuwing van de browser.
2. Selecteer in het volgende dialoogvenster Uitzon-
dering toevoegen.
Het SSL-certificaat wordt bevestigd en de
webtoepassing wordt geopend.
Bedienen
23