Gebruik van RDS
AF wijzigen
Met de AF functie wordt naar een andere frequentie
van hetzelfde netwerk overgeschakeld indien de
ontvangst van de huidige zender verslechtert. Er blijft
indien mogelijk een goede ontvangst gegarandeerd.
∗ Bij het verlaten van de fabriek is de functie
geactiveerd "ON" (aan).
1. Houd de [TA] toets 1 seconde ingedrukt en
druk op de toets [å]/[∂] om "AF ON"
(aan) of "AF OFF" (uit) te selecteren.
2. Draai de [ROTARY] toets met de klok mee
om "AF ON" (aan) te schakelen, of tegen de
klok in om "AF OFF" (uit) te schakelen.
∗ Wanneer de ontvangst van de ingestelde
zender verslechtert, zal het toestel proberen
naar een andere, alternatieve frequentie over
te schakelen. "SEARCH" wordt tijdens het
zoeken naar een alternatieve frequentie voor
de huidige zender op het display getoond.
REG wijzigen (Regionaal Programma)
De ontvangst van regionale zenders is optimaal
wanneer de REG functie is geactiveerd. Met
deze functie uitgeschakeld, schakelt het toestel
naar een regionale zender in het volgende lokale
gebied dat u bereikt.
∗ Bij het verlaten van de fabriek is de functie
uitgeschakeld "OFF" (uit).
1. Houd de [TA] toets 1 seconde ingedrukt en
druk op de toets [å]/[∂] om "REG ON"
(aan) of "REG OFF" (uit) te selecteren.
2. Draai de [ROTARY] toets met de klok mee
om "REG ON" (aan) te schakelen, of tegen
de klok in om "REG OFF" (uit) te schakelen.
Noodberichten
Noodberichten onderbreken alle
bedieningsfuncties. Bij aanvang van een
noodbericht licht "ALARM" op in het display op
en zal het bericht worden weergegeven.
GAnnuleren van een noodbericht
Druk op de [TA] toets om de nooduitzending te
annuleren.
Volume instelling van TA verkeersinformatie
en noodberichten (ALARM) en PTY
Het volume voor TA , ALARM en PTY berichten
die andere functies onderbreken, kan worden
ingesteld gedurende een dergelijke uitzending.
∗ De fabrieksinstelling is "15".
Gedurende een TA , ALARM of PTY onderbreking
kunt u met de [ROTARY] knop het volume op het
gewenste niveau instellen (0 tot 33).
∗ Wanneer de TA , ALARM of PTY onderbreking
stopt, zal het volume terugkeren op het niveau
van voor de onderbreking.
96
DB268RMP/BD269RMP/BD269RGMP
CD bediening
Laden van een disc
Doe een CD met het label naar boven midden in
de laadsleuf. De aanduiding "LOADING" (laden)
zal op het display verschijnen, de CD zal de
laadsleuf in worden getrokken en zal beginnen
te spelen.
Opmerkingen:
• Stop in geen geval uw hand, vinger of andere
vreemde voorwerpen in de CD laadsleuf.
• Als er al een CD in het toestel zit, kan er geen
andere in gedaan worden. Probeer de nieuwe CD
niet met kracht naar binnen te duwen.
• Dit toestel is niet in staat discs af te spelen die
niet zijn voorzien van het
kunnen niet worden afgespeeld.
• Sommige als CD-R/CD-RW opgenomen CD's
kunnen niet worden gebruikt.
Luisteren naar een disc in het
toestel
Druk op de [SRC] toets, selecteer de CD/MP3-
modus als signaalbron en de CD zal beginnen te
spelen.
Stoppen (pauzeren) van de weergave
Druk op de [
] toets terwijl de CD aan het
spelen is om de CD te stoppen en "PAUSE" zal
op het display verschijnen.
Druk nog eens op de [
weergave weer te hervatten.
Uitwerpen van de CD
Druk op de [Q] toets om de CD uit te laten
werpen.
Opmerking:
• Als u de CD half uit de laadsleuf laat steken, zal
deze na 15 seconden weer opnieuw het toestel in
getrokken worden.
Weergave vanaf het begin
Druk op de [BND] toets om de CD te laten
weergeven vanaf het eerste muziekstuk
(fragmentnummer 1).
∗ In de MP3-modus begint de CD bij het eerste
nummer van de geopende map.
logo. CD-ROMs
] toets om de