Inhoudsopgave
Advertenties
6.4.2
Intermitterend bedrijf
6.5
Aanbevolen bewakingsinrichtin-
gen
6.5.1
Niveaucontrole
7
Inbedrijfname
7.1
Personeelskwalificatie
7.2
Plichten van de gebruiker
7.3
Draairichting
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Vardo WEEDLESS-VM.F • Ed.01/2023-08
Het roerwerk is ontworpen voor continu bedrijf. Intermitterend bedrijf is mogelijk. Afhan-
kelijk van de schakelfrequentie moet de inschakeling via een soft start gebeuren.
Overleg voor intermitterend bedrijf met de servicedienst!
De propeller moet tijdens het gebruik altijd ondergedompeld zijn. Schakel het roerwerk uit
als de vereiste wateronderdompeling niet wordt gehaald! Daarom wordt aanbevolen om in
toepassingen met grote niveauschommelingen een niveaucontrole te installeren.
LET OP
Automatische inschakeling na stroomuitval
Het product wordt procesafhankelijk in- en uitgeschakeld via afzonder-
lijke besturingen. Het product kan automatisch worden ingeschakeld na
stroomuitval.
•
Bediening/besturing: Bedienend personeel, geïnstrueerd over de werking van de volledi-
ge installatie
•
Het ter beschikking stellen van de inbouw- en bedieningsvoorschriften bij het roerwerk
of op een daarvoor bestemde plek.
•
Het ter beschikking stellen van de inbouw- en bedieningsvoorschriften in de taal van
het personeel.
•
Het garanderen dat het volledige personeel de inbouw- en bedieningsvoorschriften
heeft gelezen en begrepen.
•
Het garanderen dat alle veiligheidsvoorzieningen en nooduitschakelingen actief zijn en
gecontroleerd zijn op storingsvrije werking.
•
Het roerwerk is geschikt voor toepassing in de opgegeven bedrijfsomstandigheden.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door een draaiende propeller!
In het werkgebied van het roerwerk mogen geen personen aanwezig zijn.
Er bestaat gevaar voor letsel!
• Markeer het werkgebied en sluit het af.
• Schakel het roerwerk in als er geen personen in het werkgebied aan-
wezig zijn.
• Schakel het roerwerk direct uit als personen het werkgebied betreden.
De aandrijfeenheid kan linksom- en rechtsom draaiend worden gebruikt. De draairichting*
van de propeller bepaalt de stuwrichting van het roerwerk:
•
Rechtsom (rechtsdraaiend): Stuwrichting omhoog
•
Linksom (linksdraaiend): Stuwrichting omlaag
Neem de volgende punten in acht:
•
*Bij de gegevens over de draairichting wordt uitgegaan van een bovenaanzicht op het
roerwerk!
•
De uitlijning van de bladen en de draairichting moeten overeenkomen!
•
De specifiek voor de installatie geldende gegevens over de draairichting (DoR) en
stuwrichting (DoT) zijn op het typeplaatje vermeld!
Draairichting controleren
✓
De aandrijfeenheid is overeenkomstig de handleiding van de fabrikant op het elektrici-
teitsnet aangesloten.
✓
Alle aansluitkabels zijn volgens de voorschriften geplaatst.
✓
Er zijn geen personen in het werkgebied van het roerwerk aanwezig.
1.
Schakel het roerwerk in.
2.
Kijk van bovenaf op de propeller en controleer de draairichting. LET OP! De vereiste
stuwrichting is vastgelegd in de dimensionering van de installatie!
nl
23
Advertenties
Inhoudsopgave
