nl
18
GEVAAR
Levensgevaar door het gevaarlijke alleen werken!
Werkzaamheden in putten en nauwe ruimten, en werkzaamheden waar-
bij valgevaar bestaat, zijn gevaarlijke werkzaamheden. Deze werkzaam-
heden mogen niet alleen worden uitgevoerd!
• Voer deze werkzaamheden altijd samen met een andere persoon uit!
VOORZICHTIG
Materiële schade door verkeerde bevestiging
Een onjuiste bevestiging kan de functie van het roerwerk nadelig beïn-
vloeden en het beschadigen.
• Gebruik ankerbouten als het roerwerk op betonnen constructies
wordt bevestigd. Neem de montagevoorschriften van de fabrikant in
acht! Volg nauwkeurig de temperatuurspecificaties en uithardtijden.
• Als de bevestiging plaatsvindt op stalen constructies, controleer dan
of deze voldoende stevig zijn. Gebruik bevestigingsmateriaal dat ste-
vig genoeg is!
Gebruik geschikte materialen om elektrochemische corrosie te voor-
komen!
• Draai alle schroefverbindingen stevig vast. Volg de specificaties voor
de draaimomenten.
•
Draag beschermingsmiddelen! Neem het interne reglement in acht.
–
Veiligheidshandschoen: 4X42C (uvex C500 wet)
–
Veiligheidsschoen: Beschermingsklasse S1 (uvex 1 sport S1)
–
Zorg voor valbeveiliging!
–
Veiligheidshelm: EN 397 conform de norm, bescherming tegen laterale vervorming
(uvex pheos)
(Bij toepassing van hijsmiddelen)
•
Bereid de plaats van opstelling voor:
–
Schoon, vrij van grove vaste stoffen
–
Droog
–
Vorstvrij
–
Gedesinfecteerd
•
Laat de werkzaamheden altijd door twee personen uitvoeren.
•
Markeer het werkgebied.
•
Zorg ervoor dat er zich geen onbevoegde personen in het werkgebied bevinden.
•
Gebruik bij een werkhoogte van meer dan 1 m (3 ft) een steiger met valpreventie.
•
Tijdens de werkzaamheden kunnen zich giftige of verstikkende gassen verzamelen:
–
Leef de beschermingsmaatregelen volgens het interne reglement na (neem bijv. een
gasmelder mee en doe een gasmeting).
–
Zorg voor voldoende ventilatie.
–
Wanneer zich giftige of verstikkende gassen verzamelen, moet de werkplek onmid-
dellijk worden verlaten!
•
Hijsmiddel opstellen: vlak oppervlak, schoon, stevige ondergrond. De opslagplaats en de
plaats van opstelling moeten probleemloos te bereiken zijn.
•
Bevestig de ketting of de draadkabel met een schakel aan de greep/het bevestigings-
punt. Gebruik alleen bouwtechnisch goedgekeurde bevestigingsmiddelen.
•
Houd u niet op in het zwenkbereik van het hijswerktuig.
•
Leg alle aansluitkabels volgens de voorschriften aan. Van de aansluitkabels mag geen
gevaar (struikelen, beschadiging tijdens het bedrijf) uitgaan. Controleer of de kabeldoor-
snede en kabellengte passen bij de gekozen installatiewijze.
•
Neem de minimale afstanden tot wanden en aanwezige installaties in acht.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Vardo WEEDLESS-VM.F • Ed.01/2023-08