OPMERKING
Zorg ervoor dat de voedingskabel en de transmissiekabel
van elkaar gescheiden blijven. De transmissiebedrading en
de voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze mogen
NIET parallel lopen.
1 Verwijder het servicedeksel. Verwijder de 2 schroeven en schuif
het servicedeksel naar buiten.
a
b
a
Servicedeksel
b
Schroef
2 Kabel gebruikersinterface: Steek de kabel door het frame en
sluit hem aan op de klemmenstrook (P1, P2).
3 Transmissiekabel: Steek de kabel door het frame en sluit hem
aan op de klemmenstrook (de symbolen F1, F2 moeten
overeenstemmen met die op de buitenunit).
4 Voedingskabel: Steek de kabel door het frame en sluit hem
aan op de klemmenstrook (L, N, aarding).
a
Stroomonderbreker
b
Reststroomapparaat
5 Leg de kabel van de gebruikersinterface en de transmissiekabel
vast met een kabelbinder.
L
N
c
60~80
10~20
a
Aansluiting van kabel gebruikersinterface en
transmissiekabel
b
Kabelbinder (accessoire)
c
Aansluiting van voedingskabel
6 Bevestig niet-geweven stof (accessoire) om te voorkomen dat
er kabels uitsteken.
7 Deel het kleine afdichtingskussen (accessoire) op en wikkel het
rond alle kabels.
8 Dicht de ruimte rond de bedrading af met stopverf en
isolatiemateriaal (lokaal te voorzien).
FXUA50~100AVEB
VRV-systeemairconditioner
3P668115-2F – 2023.02
a
b
a
b
14 Elektrische installatie
a a b
c c
d
f
e
f
a
Aanbrengreferentie voor niet-geweven stof
b
Niet-geweven stof (accessoire)
c
Klein afdichtingskussen (accessoire)
d
Kabel gebruikersinterface en transmissiekabel
e
Voedingskabel
f
Kabelbinder (accessoire)
g
Klemmenstrook voor bedrading gebruikersinterface en
transmissiebedrading
h
Klemmenstrook voor voedingsbedrading
9 Breng het servicedeksel weer aan. Schuif het servicedeksel
terug en bevestig het met 2 schroeven.
Voorbeeld van een compleet systeem
1 gebruikersinterface bestuurt 1 binnenunit.
a
TO IN/D
TO OUT/D
N
L
N
L
N L
N L
P
P
F
F
T
T
P
P
F
F
1
2
1
2
1
2
1
2
1
b
P
P
P
P
1
2
1
2
c
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Gebruikersinterface
d
Meest stroomafwaarts gelegen binnenunit
OPMERKING
Voor het gebruik van groepsbesturing en de bijbehorende
beperkingen, zie de handleiding van de buitenunit.
VOORZICHTIG
▪ Elke binnenunit moet op een aparte gebruikersinterface
worden aangesloten. Alleen een afstandsbediening die
compatibel is met het veiligheidssysteem kan als
gebruikersinterface worden gebruikt. Zie de technische
data
sheet
voor
afstandsbediening (bv. BRC1H52/82*).
▪ De gebruikersinterface moet in dezelfde kamer als de
binnenunit
worden
montagehandleiding en gebruiksaanwijzing van de
gebruikersinterface voor meer informatie.
VOORZICHTIG
Indien afgeschermde kabel wordt gebruikt, sluit de
afscherming alleen aan aan de kant van de buitenunit.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
g
h
b
f
e
N
L
N
L
N L
N L
T
T
P
P
F
F
T
T
P
P
F
F
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
P
P
P
P
1
2
1
2
de
compatibiliteit
van
geplaatst.
Zie
d
T
T
1
2
de
de
23