Nederlands
Storings-/bedrijfsmeldingen
Bedieningsmogelijkheden op de
slave-pomp
6.3.3 Bedrijf bij onderbreking van de
communicatie
208
ESM/SSM:
• Voor een centrale besturingsplaats kan er een verzamelstoringsmel-
ding (SSM) op de master worden aangesloten.
• Hierbij mag het contact alleen aan de master worden toegewezen.
• De weergave geldt voor het gehele aggregaat.
• Op de master (of via de IR-monitor/IR-stick) kan deze melding als
enkel- (ESM) of verzamelstoringsmelding (SSM) in het menu
<5.1.5.0> geprogrammeerd worden.
• Voor de enkelstoringsmelding moet het contact aan iedere pomp
worden toegewezen.
EBM/SBM:
• Voor een centrale besturingsplaats kan er een verzamelbedrijfsmel-
ding (SBM) op de master worden aangesloten.
• Hierbij mag het contact alleen aan de master worden toegewezen.
• De weergave geldt voor het gehele aggregaat.
• Op de master (of via de IR-monitor/IR-stick) kan deze melding als
enkel- (EBM) of verzamelstoringsmelding (SBM) in het menu
<5.1.6.0> geprogrammeerd worden.
• De functies "Stand-by", "Bedrijf" en "Net-Aan" van EBM/SBM kunnen
onder <5.7.6.0> op de master worden ingesteld.
AANWIJZING:
"Stand-by" betekent:
"Bedrijf" betekent:
"Net-aan" betekent:
• Voor de enkelbedrijfsmelding moet het contact aan elke pomp wor-
den toegewezen.
Op de slave kunnen behalve "Extern Off" en "Pomp blokkeren/vrijge-
ven" geen andere instellingen worden ingesteld.
AANWIJZING:
Als bij een dubbelpomp een enkele motor spanningsvrij wordt
geschakeld, dan is het geïntegreerde dubbelpompmanagement zon-
der functie.
Bij een onderbreking van de communicatie tussen twee pompkoppen
in dubbelpompbedrijf geven beide displays de foutcode "E052" weer.
Gedurende de onderbreking gedragen beide pompen zich als afzon-
derlijke pompen.
• Beide elektronicamodules melden de storing via het ESM/SSM-contact.
• De slave-pomp draait in noodbedrijf (regelbedrijf) volgens het eerder
ingestelde noodtoerental op de master (zie menu punten <5.6.2.0>).
De fabrieksinstelling van het noodtoerental is ongeveer 60% van het
maximale toerental van de pomp.
• Nadat de foutweergave is bevestigd, verschijnt de statusweergave
gedurende de onderbreking in de communicatie op beide pompdis-
plays. Hierdoor wordt tevens het ESM/SSM-contact gereset.
• Op het display van de slave-pomp wordt het symbool (
draait in noodbedrijf) knipperend weergegeven.
• De (voormalige) master-pomp blijft verantwoordelijk voor de regeling.
De (voormalige) slave-pomp houdt zich aan de instellingen voor het
noodbedrijf. Het noodbedrijf kan alleen verlaten worden door het acti-
veren van de fabrieksinstelling, het verhelpen van de onderbreking in
de communicatie of door de netvoeding uit en weer in te schakelen.
de pomp kan draaien, er is geen fout opge-
treden.
motor draait.
netspanning is aanwezig.
– pomp
WILO SE 08/2016