Nederlands
7.1
Toegestane inbouwposities
en wijziging van de
componentenopstelling vóór
de installatie
Afb. 22: Opstelling van de componenten bij
levering
Toegestane inbouwposities met
horizontale motoras
Afb. 23: Toegestane inbouwposities met
horizontale motoras
Toegestane inbouwposities met ver-
ticale motoras
212
1
2
• Pomp mag nooit zonder gemonteerde elektronicamodule worden
gebruikt.
VOORZICHTIG! Beschadiging van de pomp door oververhitting!
De pomp mag niet langer dan 1 min zonder doorstroming draaien.
Door de opgehoopte energie ontstaat hitte, die de as, waaier en
mechanische afdichting kan beschadigen.
• Zorg ervoor dat de minimale volumestroom Q
schreden.
Berekening van Q
:
min
Q
= 10 % x Q
min
max pomp
De af fabriek voorgemonteerde componentenopstelling relatief aan
het pomphuis (zie afb. 22) kan indien nodig ter plaatse worden gewij-
zigd. Dit kan bijvoorbeeld vereist zijn om
• de ontluchting van de pomp te verzekeren,
• een betere bediening mogelijk te maken,
• ontoelaatbare inbouwposities te vermijden (d. w. z. motor en/of elek-
tronicamodule naar onder).
In de meeste gevallen volstaat het draaien van de insteekset relatief
aan het pomphuis. De mogelijke opstelling van de componenten is
afhankelijk van de toegestane inbouwposities.
De toegestane inbouwposities met horizontale motoras en elektroni-
camodule naar boven (0°) zijn in afb. 23 weergegeven. De toegestane
inbouwposities met zijwaarts gemonteerde elektronicamodule
(+/- 90°) zijn niet afgebeeld. Elke inbouwpositie behalve "Elektroni-
camodule naar beneden" (- 180°) is toegestaan. De ontluchting van
de pomp wordt alleen gegarandeerd als het ontluchtingsventiel naar
boven gericht is (afb. 23, pos. 1).
Alleen in deze positie (0°) kan het condensaat gericht worden
afgevoerd via een aanwezig boorgat, pomplantaarn en motor
(afb. 23, pos. 2).
De toegestane inbouwposities met horizontale motoras zijn in afb. 24
weergegeven. Elke inbouwpositie behalve "Motor naar beneden" is
toegestaan.
niet wordt onder-
min
Werkelijk toerental
x
Max. toerental
WILO SE 08/2016