Nr.
Omschrijving
6.0.0.0
Foutbevestiging
7.0.0.0
Toegangsblokke-
ring
Tab. 9: Menustructuur
9
Inbedrijfname
Veiligheid
Voorbereiding
9.1
Vullen en ontluchten
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Stratos GIGA, Stratos GIGA-D, Stratos GIGA B
Type
Symbool Waarden/toelichtingen
±
Voor meer informatie zie hoofd-
stuk 11.3 "Fout bevestigen" op
pagina 250.
±
Toegangsblokkering inactief
(wijzigingen mogelijk)
(voor meer informatie, zie
hoofdstuk 8.6.7 "Toegangs-
blokkering activeren/deactive-
ren" op pagina 227).
Toegangsblokkering actief
(geen wijzigingen mogelijk)
(voor meer informatie, zie
hoofdstuk 8.6.7 "Toegangs-
blokkering activeren/deactive-
ren" op pagina 227).
GEVAAR! Levensgevaar!
Indien de veiligheidsvoorzieningen van de elektronicamodule en de
motor niet gemonteerd zijn, kan door een elektrische schok of door
aanraking van draaiende onderdelen levensgevaarlijk letsel wor-
den veroorzaakt.
• Voor inbedrijfname en na onderhoudswerkzaamheden moeten
de eerder gedemonteerde veiligheidsvoorzieningen, zoals de
moduleafdekking en de ventilatorkap, weer worden gemonteerd.
• Tijdens de inbedrijfname afstand houden.
• Pomp nooit zonder elektronciamodule aansluiten.
Voor de inbedrijfname moeten de pomp en elektronicamodule de
omgevingstemperatuur aangenomen hebben.
• Installatie deskundig vullen en ontluchten.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Door droogloop raakt de mechanische afdichting defect.
• Erop letten dat de pomp niet droogloopt.
• Om cavitatiegeluiden en -schade te voorkomen, moet voor een mini-
male toevoerdruk op de zuigaansluiting van de pomp worden
gezorgd. Deze minimale toevoerdruk hangt af van de bedrijfssituatie
en het bedrijfspunt van de pomp en moet dienovereenkomstig wor-
den vastgelegd.
• Belangrijke parameters om de minimale toevoerdruk vast te leggen
zijn de NPSH-waarde van de pomp op het bedrijfspunt en de damp-
druk van de vloeistof.
Nederlands
Weergavevoorwaarden
Wordt alleen weergegeven
als er een fout is
235