Hoofdstuk 4 Printeronderhoud
1 Schakel de printer uit voordat u met deze
stappen begint, verwijder het netsnoer uit de
printer en uit het stopcontact en verwijder
tevens alle kabels uit de printer.
2 Open de bovenklep van de printer en
verwijder de toner-cassette.
VOORZICHTIG
Zorg dat u de transferrol (A) niet aanraakt.
Huidvet op de rol kan de afdrukkwaliteit
verminderen. Als er toner op uw kleding terecht
komt, veegt u deze af met een droge doek,
waarna u de kleding in koud water wast (met
warm water maakt de toner een blijvende vlek
in de stof).
3 Verwijder met een droge, pluisvrije doek stof
of vuil uit de papierbaan, uit de ruimte voor
de toner-cassette en van de registerrol (B).
4 Plaats de toner-cassette weer in de printer,
sluit de printer, sluit alle kabels en het
netsnoer weer aan en zet de printer aan.
De printer reinigen
1
2
3
4
213