Hoofdstuk 4 Printeronderhoud
De printer reinigen
Voor het behoud van de afdrukkwaliteit, moet u de printer steeds grondig
reinigen:
!
Zodra u een toner-cassette hebt vervangen.
!
Zodra de afdrukkwaliteit merkbaar minder wordt.
Reinig de buitenkant van de printer met een met wat water bevochtigde doek.
Reinig de binnenkant uitsluitend met een droge, pluisvrije doek. Neem daarbij
altijd de reinigingsvoorschriften in acht die u op de volgende pagina vindt.
VOORZICHTIG
Zorg dat u het fuser-gedeelte niet aanraakt omdat dit heet kan zijn.
Gebruik geen reinigingsmiddelen op ammoniakbasis op of rond de
printer. Deze kunnen de toner-cassette blijvend beschadigen.
Wordt vervolgd op de volgende bladzijde.
De printer reinigen
212