Hoofdstuk 2 Afdruktaken
Enveloppen afdrukken vanuit uw applicatie
1 Laad de enveloppen in lade 1 of in de optionele envelopinvoer, indien
geïnstalleerd.
2 In uw applicatie geeft u aan als papierbron: 'lade 1, Automatisch' of
selecteer het papierbrontype en stel het enveloptype en -formaat in
(pagina 446).
3 Als uw applicatie de afdrukstand niet automatisch instelt voor het
envelopformaat, kiest u Liggend als afdrukstand.
VOORZICHTIG
Nooit enveloppen uit de stapel verwijderen of nieuwe toevoegen terwijl
de printer bezig is met afdrukken. Dit kan papierstoringen veroorzaken.
Voor de beste afdrukkwaliteit gebruikt u de tabel op pagina
te stellen voor het retour- en het postadres. De aangegeven marges zijn van
toepassing voor de standaard adresindeling op enveloppen van het DL- en
Commercial nr. 10-formaat. Let er bij het instellen van de marges op dat u niet
precies daar afdrukt waar de envelop ongelijk van dikte is vanwege de
overslagnaden op de achterkant.
Opmerking
Als u een envelop afdrukt en deze naar een postbus stuurt, gaat de
envelop naar de uitvoerbak voor de afdrukkant naar boven.
Afdrukken op enveloppen
448
om marges in
141