Hoofdstuk 3 Geavanceerde afdruktaken
Ga als volgt te werk om via het bedieningspaneel de variabele fusermodus te
veranderen:
1 Druk meerdere malen op
2 Druk meerdere malen op
3 Druk op
4 Druk op
5 Druk meerdere malen op
6 Druk meerdere malen op
verschijnt.
7 Druk op
8 Druk op
VOORZICHTIG
Wanneer de fusermodus op HOOG1, HOOG2 of HOOG3 wordt ingesteld, dient u
de modus na het afdrukken weer op de standaard instelling NORMAAL terug
te zetten.
De variabele fusermodus veranderen
M
ENU
I
TEM
- W
+
tot JA verschijnt.
AARDE
S
om de optie te selecteren.
ELECTEREN
I
TEM
- W
AARDE
S
om de variabele fusermodus te selecteren.
ELECTEREN
S
om het menu te verlaten.
TAR T
tot PAPIERVERWERKING MENU verschijnt.
tot FUSERMODUSCONF.MENU=NEE verschijnt.
tot de gewenste papiersoort verschijnt.
+
tot de gewenste variabele fusermodus
173