Wijzigen van de standaardinstellingen van het
kasregister
1. Stand van sleutel in slot: PRG.
2. Typ het [nummer] van de systeemvariabele (1-90 zoals
aangegeven in de tabel) die u wilt wijzigen.
3. Typ het [nummer] van de gewenste instelling.
4. Druk op
.
Voorbeeld: Stel de datum in in de notatie Maand/Dag/Jaar.
Toets in/Druk op:
Instelling bevestigen
Systeem-
Instelling
variabele
Consecutief kassabonnummer
Het kasregister drukt standaard een consecutief kassabon-
nummer van maximaal 4 cijfers op elke kassabon en
managementrapportage af . U kunt dit nummer overeenkom-
stig uw handelsbehoeften veranderen. Het nieuw ingevoerde
kassabonnummer zal afgedrukt worden.
1. Stand van sleutel in slot: PRG.
2. Type
.
3. Typ het [4-cijferige consecutief kassabonnummer]
en druk op
.
Instellen Z1-Teller
U kunt de teller Z1 instellen op grond van uw zakelijke
behoeften. De meest recent uitgevoerde instelling van de
teller Z1 wordt afgedrukt.
1. Stand van sleutel in slot: PRG.
2. Toets
en uw [4-cijferige Z1-teller] in en druk op
.
Instellen Z2-Teller
U kunt de teller Z2 instellen op grond van uw zakelijke
behoeften. De ingestelde Z2-teller wordt niet afgedrukt.
1. Stand van sleutel in slot: PRG.
2. Toets
en uw [4-cijferige Z2-teller] in en druk op
.
Instellen Eindtotaal
Het op de managementrapportages afgedrukte eindtotaal
van de transactie kan geprogrammeerd worden.
1. Stand van sleutel in slot: PRG.
2. Toets in
3. Toets uw [max. 10-cijferig Eindtotaal] in en druk op
Managementrapportages
Transactiegegevens worden in het geheugen van het kas-
register bewaard zolang het batterijsysteem in werking is.
Deze gegevens kunt u afdrukken in een rapportage, zodat
het management beschikt over een overzicht.
De managementrapportage kan worden afgedrukt met de
sleutel in de stand X1/X2 of Z1/Z2.
X- en Z-rapportages
Schuif de sleutel in de stand X1/X2 om een rapportage af te
drukken van de verzamelde transactiegegevens. In deze
stand BLIJVEN ALLE TOTALEN AANWEZIG IN HET
GEHEUGEN. Gebruik deze rapportagemodus om perio-
en druk op
dieke overzichten van de uitgevoerde transacties af te
drukken (de X-rapportage kan ook worden aangeduid als
halfdaags rapport). X-rapportages omvatten de PLU-rappor-
tage, medewerkersrapportage en financiële X1- en X2-rap-
portage.
Als u de sleutel in de stand Z1/Z2 zet worden dezelfde
gegevens afgedrukt als in de X-rapportage. Het enige ver-
schil tussen deze twee rapportages is dat na het afdrukken
van een Z-rapportage ALLE TRANSACTIETOTALEN OP
NUL WORDEN GEZET, met uitzondering van het eindtotaal
tenzij anders geprogrammeerd in de programmeermodus
voor systeemopties. Deze rapportage kan ook worden aan-
geduid als einddaags-rapport.
OPMERKING: Om te voorkomen dat de Z-rapportage per
ongeluk wordt afgedrukt, kunt u een beheerderswachtwoord
voor de Z-modus toekennen volgens de instructies in het
gedeelte "Instellen van het beheerderswachtwoord voor de
Z-modus".
Een X2-rapportage is een periodieke financiële rapportage
die gewoonlijk op wekelijkse basis wordt gemaakt. Hij bevat
alle transactietotalen. Een Z2-rapportage is gelijk aan een
X2-rapportage met het enige verschil dat hierbij alle totalen
op nul worden gezet. Deze rapportage is geschikt voor een
maandelijks verkoopoverzicht van de totale verkoop per
omzetgroep aan het einde van iedere maand.
Financiële X1- en Z1-rapportage
OPMERKING: Nadat een "Z" overzicht is gemaakt, kan het
niet gekopieerd worden om zeker te zijn dat genoeg papier in
het kasregister aanwezig is.
1. Stand van sleutel in slot: X1/X2 of Z1/Z2 (houd er rekening
mee dat bij afdrukken van een Z2 alle totalen op nul
worden gezet).
2. Als een beheerderswachtwoord voor de Z-modus is
ingesteld, het [4-cijferige wachtwoord] typen en op
3. Druk op
.
.
drukken.
.
en druk op
15