5.2.3 Leef de milieubeschermingsvoorschriften na
Bij alle werkzaamheden aan en met de machine moeten de op de plaats van gebruik geldende milieuvoorschrif-
ten, verplichtingen en wetten ter voorkoming van afval en voor een juiste recycling en/of verwijdering in acht
worden genomen. Dit geldt met name voor installatie-, reparatie- en onderhoudswerkzaamheden met stoffen
die het grondwater kunnen verontreinigen (bijvoorbeeld oliën, koel- en smeermiddelen, hydraulische oliën en
reinigingsmiddelen en vloeistoffen op basis van oplosmiddelen). Deze mogen in geen geval in de grond sijpelen
of in de riolering terechtkomen.
Bovengenoemde gevaarlijke stoffen alleen in geschikte containers opslaan en vervoe-
ren. Voorkom morsen van gevaarlijke stoffen met geschikte opvangbakken. Laat bo-
vengenoemde stoffen afvoeren door een gekwalificeerd afvalverwerkingsbedrijf.
5.2.4 Organisatorische maatregelen
Bewaar de gebruiksaanwijzing altijd binnen handbereik op de plaats waar de machine wordt gebruikt.
Naast de gebruiksaanwijzing moeten de algemeen geldende wettelijke en andere bindende voorschriften
ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu in acht worden genomen en geïnstrueerd.
De gebruiksaanwijzing aanvullen met instructies, inclusief toezichts- en rapportageverplichtingen, om reke-
ning te houden met bijzondere operationele kenmerken, bijvoorbeeld met betrekking tot werkorganisatie,
werkprocessen, ingezet personeel.
Het personeel dat met het werk aan de machine is belast, moet de gebruiksaanwijzing, met name het hoofd-
stuk over de veiligheidsvoorschriften, hebben gelezen alvorens met het werk te beginnen. Het is te laat
tijdens de werkopdracht. Dit geldt met name voor personeel dat slechts af en toe aan de machine werkt,
b.v. tijdens de opbouw of het onderhoud.
Controleer of de werkzaamheden op een veiligheidsbewuste en gevaarbewuste manier en met inachtne-
ming van de gebruiksaanwijzing worden uitgevoerd.
Bedieners mogen geen open lang haar, losse kleding of sieraden, waaronder ringen, dragen. Er bestaat een
risico op letsel, bijvoorbeeld doordat men vast komt te zitten of erin getrokken wordt.
Neem de veiligheids- en gevarenaanduidingen op de machine in acht en bewaar ze volledig en in leesbare
staat.
Bij veiligheidsrelevante veranderingen aan de machine of haar bedieningsgedrag de machine onmiddellijk
uitschakelen en de storing melden aan de verantwoordelijke instantie/persoon.
Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen waar nodig of vereist door de regelgeving.
Breng zonder toestemming van de fabrikant geen wijzigingen of verbouwingen aan de machine aan die de
veiligheid kunnen beïnvloeden! Dit geldt ook voor het installeren en afstellen van veiligheidsvoorzieningen
en kleppen, alsmede voor laswerkzaamheden aan dragende delen.
Reserveonderdelen moeten voldoen aan de door de fabrikant gespecificeerde technische eisen. Dit is altijd
het geval met originele onderdelen.
Let op de branddetectie- en brandbestrijdingsmogelijkheden. Maak de plaats en de werking van brandblus-
sers (brandklasse ABC) bekend. Gebruik geen water!
5.2.5 Personeelsselectie en -kwalificatie - basistaken
Het ontwerp en de bediening van de machine is bedoeld voor rechtshandigen.
De machine is ontworpen om door één persoon te worden bediend. Andere personen in de buurt van de
machine moeten een gepaste veiligheidsafstand bewaren.
Werkzaamheden aan/met de machine mogen alleen door betrouwbaar personeel worden uitgevoerd.
Respecteer de wettelijke minimumleeftijd!
Alleen geschoold of geïnstrueerd personeel inzetten, verantwoordelijkheden van personeel voor bediening,
instelling, onderhoud, reparatie duidelijk vastleggen!
Zorg ervoor dat alleen bevoegd personeel aan de machine werkt!
Laat alleen personeel dat een opleiding, instructie of algemene training volgt aan de machine werken onder
voortdurend toezicht van een ervaren persoon.
Werkzaamheden aan de elektrische uitrusting van de machine mogen alleen worden uitgevoerd door een
bevoegd elektricien of door geïnstrueerde personen onder leiding en toezicht van een bevoegd elektricien
overeenkomstig de elektrotechnische voorschriften.
BA_PH_116-10_NL_34-23.docx
18