Onderhoud, diagnose en prob...
frequentieregelaar of het systeem te voorkomen. De motor
loopt vrij uit tot stop. De logica van de frequentieregelaar
blijft werken en blijft de status van de frequentieregelaar
bewaken. Nadat de foutconditie is opgeheven, kan de
frequentieregelaar worden gereset. Daarna is hij weer
bedrijfsklaar.
De frequentieregelaar resetten na een uitschakeling
(trip)/uitschakeling met blokkering
Een uitschakeling (trip) kan op 4 manieren worden gereset:
•
Door te drukken op [Reset] op het LCP
•
Via een resetcommando vanaf een digitale
ingang
•
Via een resetcommando via seriële communicatie
•
Via een automatische reset
Uitschakeling met blokkering
De ingangsspanning wordt af- en weer ingeschakeld. De
7
7
motor loopt vrij uit tot stop. De frequentieregelaar blijft de
status van de frequentieregelaar bewaken. Onderbreek de
ingangsspanning naar de frequentieregelaar, neem de
oorzaak van de fout weg en reset de frequentieregelaar.
Waarschuwings- en alarmdisplays
•
Op het LCP wordt een waarschuwing
weergegeven met een waarschuwingsnummer.
•
Er knippert een alarm met een alarmnummer.
Status
0.0Hz
Earth Fault [A14]
Auto Remote Trip
Afbeelding 7.2 Voorbeeld van alarm
Naast de tekst en de alarmcode op het LCP zijn er 3
statusindicatielampjes.
40
®
VLT
AQUA Drive FC 202
1(1)
0.000kW
0.00A
0.0Hz
0
Danfoss A/S © 10/2016 Alle rechten voorbehouden.
On
OK
Warn.
Alarm
Waarschuwingsindica-
tielampje
Waarschuwin
Aan
g
Alarm
Uit
Uitschakeling
Aan
met
blokkering
Afbeelding 7.3 Statusindicatielampjes
7.4 Lijst met waarschuwingen en alarmen
De informatie over waarschuwingen/alarmen in dit
hoofdstuk beschrijft alle waarschuwings- en alarmcondities,
geeft de mogelijke oorzaak aan en biedt een oplossing of
foutopsporingsprocedure.
WAARSCHUWING 1, 10 V laag
De stuurkaartspanning vanaf klem 50 is < 10 V.
Verminder de belasting van klem 50, aangezien de 10 V-
voeding overbelast is. Maximaal 15 mA of minimaal 590 Ω.
Deze conditie kan worden veroorzaakt door een
kortsluiting in een aangesloten potentiometer of een
onjuiste bedrading van de potentiometer.
Probleem verhelpen
•
Verwijder de bedrading vanaf klem 50.
•
Wanneer de waarschuwing verdwijnt, ligt het
probleem bij de bedrading van de klant.
•
Vervang de stuurkaart als de waarschuwing niet
verdwijnt.
WAARSCHUWING/ALARM 2, Live zero-fout
Deze waarschuwing of dit alarm verschijnt alleen als dit is
ingesteld in parameter 6-01 Live Zero Timeout Function. Het
signaal op 1 van de analoge ingangen is minder dan 50%
van de minimumwaarde die voor die ingang is
geprogrammeerd. Deze conditie wordt veroorzaakt door
draadbreuk of door signalen uit een defect apparaat.
Probleem verhelpen
•
Controleer de aansluitingen op alle analoge
ingangsklemmen. De stuurkaartklemmen 53 en
54 voor signalen, klem 55 gemeenschappelijk. De
klemmen 11 en 12 van VLT
Alarmindicatielampje
Uit
Aan (knippert)
Aan (knippert)
®
General Purpose I/O
MG20MD10